’Moslims nemen te weinig afstand van fundamentalisme’
Moslimleiders in Nederland nemen te weinig afstand van onder meer eerwraak, discriminatie van vrouwen en terreur in de naam van de islam. Dat zei CDA–partijvoorzitter Van Bijsterveldt vrijdag tijdens een conferentie van haar partij in Utrecht over de rol van religie in de samenleving. Ze scharen zich volgens haar ook niet ondubbelzinnig genoeg achter de waarden van democratie en rechtsstaat.
„De zorg en angst die in de samenleving heersen, met name over de fundamentalistische islam, wordt al met al toch onvoldoende diepgravend ontkracht door politieke en geestelijke moslimleiders", aldus Van Bijsterveldt. Ze erkende wel dat het voor moslims „vreselijk" is om zich steeds te moeten verdedigen tegen beelden en ideen die ze zelf verfoeien.
„Er blijft, ondanks goede initiatieven, toch teveel mist bestaan over de vraag hoe de uitgangspunten van onze rechtsstaat, maar ook de islamitische notie dat in zaken van geloof geen dwang kan zijn, zich verhouden tot teksten die uitdrukken dat de rol van de vrouw ondergeschikt is aan die van de man en dat geloofsafval gestraft zou moeten worden, en over de rol van de sjaria met haar regels en wetten", zei de CDA–voorzitter.
Voorzitter M. Sini van de stichting Islam en Burgerschap bestreed de uitspraken van Van Bijsterveldt. Hij wees erop dat moslims en islamitische organisaties zich in het openbaar hebben uitgesproken tegen onder meer de gijzeling van Franse journalisten in Irak, de aanslagen in Madrid op 11 maart en die in New York en Washington op 11 september 2001.
Hij erkende dat een groep moslims er genoeg van heeft om zich te verantwoorden voor gebeurtenissen waar zij part noch deel aan heeft. Ook Sini zou graag zien dat moslims niet worden aangesproken op de euveldaden van geloofsgenoten elders in de wereld. Van joden en christenen wordt dat ook niet verlangd, betoogde hij. De reden dat hij toch mede–initiatiefnemer was van genoemde verklaringen, was volgens hem dat hij „spanning in de samenleving" wilde wegnemen.