Calvijn en Kuyper op een Mexicaans seminarie
Anderhalf jaar lang werkte ds. J. Verboom in Colombia. De steeds onveiliger wordende situatie in dat land dwong hem en zijn gezin ertoe terug te keren naar Nederland. Acht maanden later, in juni 2002, kon de GZB-zendingspredikant echter opnieuw worden uitgezonden. Ditmaal naar Mexico.
Het onvrijwillige vertrek uit Colombia betekende destijds „een grote streep door de rekening”, zegt ds. Verboom - Tanno voor de ingewijden. Samen met zijn vrouw Caroline en hun beide kinderen is hij momenteel op verlof in Nederland, in een Zeister bejaardentehuis. Op 15 oktober hopen de vier weer te vertrekken.
De predikant, die zijn wortels heeft in Hazerswoude, was in Colombia betrokken bij een toerustingsprogramma van de Presbyteriaanse Kerk. „We wisten heel zeker dat de Heere onze weg naar dat land had geleid. En dan toch dit. Hoe kon dat toch?” Terug in Nederland overwoog hij zich beroepbaar te stellen binnen de -toen nog- Nederlandse Hervormde Kerk. Maar hij kon het niet. „We hadden inmiddels Spaans geleerd, en dachten: Waarom? Als de Heere ons naar Colombia heeft geleid, dan heeft Hij dat toch niet voor niets gedaan? Dan heeft Hij daar toch een bedoeling mee gehad?”
Na verschillende maanden van onzekerheid vond de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) een nieuw werkterrein voor hem. In het zuidelijkste puntje van Mexico, in de regio Chiapas. En daar werkt hij inmiddels alweer ruim twee jaar, als docent aan een presbyteriaans seminarie.
Mexico, een overwegend rooms-katholiek land. Maar met een flinke Presbyteriaanse Kerk, de Iglesia Nacional Presbiteriana de Mexico. Een kerk met een duidelijke gereformeerde identiteit, aldus ds. Verboom. „Waarbij zij zich sterk oriënteert op Calvijn, Groen van Prinsterer en Abraham Kuyper.”
Dat laatste is minder opmerkelijk dan het misschien lijkt, zegt hij. „De Presbyteriaanse Kerk in Mexico is zo’n beetje voortgekomen uit het zendingswerk van de Christian Reformed Church, de CRC, in de Verenigde Staten en Canada. De CRC op haar beurt is een zusterkerk van de Gereformeerde Kerken in Nederland, het kerkverband van Abraham Kuyper. En veel zendingsarbeiders hadden Nederlandse wortels. Overigens, die duidelijk gereformeerde identiteit geldt niet de hele kerk. In het noorden bijvoorbeeld is zij nogal liberaal.” Bij de presbyteriaanse kerk in Chiapas zijn zo’n 100.000 leden aangesloten.
Het theologisch seminarie ”Juan R. Kempers” bevindt zich even buiten de stad, waar de Verbooms wonen, Tapachula. De predikant geeft er vijftien uur college per week: Hebreeuws, Grieks, exegese, systematische theologie en nog wat andere vakken. Ook zijn echtgenote, afgestudeerd in de psychologie, geeft wekelijks een paar uur les - over pastoraat.
„Er is een voortdurende vraag naar toerusting”, zegt ds. Verboom, „vanuit alle presbyteria (classes). In het begin ging ik op bijna al die verzoeken in. Maar dat bleek ondoenlijk: alleen al ons presbyterium telt dertig kerken. Op een gegeven moment was ik bijna steeds van huis. Nu beperk ik me hoofdzakelijk tot ons eigen presbyterium, en vooral het seminarie.”
De kerk in Mexico probeert haar weg te vinden te midden van alles wat op haar afkomt, zo verklaart hij de grote vraag naar toerusting. „De evangelicale stroming heeft veel invloed. Dat levert vragen op, over de eindtijd, de wederkomst; maar ook over de kinderdoop, de sacramentsleer, de kerkelijke tucht. Daar komt nog bij dat er bij veel kerkleden sprake is van een sterk dualisme: tussen leer en leven zit vaak een groot verschil. De kerk probeert dit dualisme te overwinnen, waarbij zij dan bijvoorbeeld teruggrijpt op Abraham Kuyper, met zijn notie dat het geloof gevolgen heeft voor alle terreinen van het leven.”
Tijdens zijn lessen en lezingen probeert de predikant het waardevolle van de reformatorische traditie te benadrukken. Zoals de kinderdoop. „En het werkt. In Mexico worden inmiddels heel wat kinderen gedoopt, mede dankzij het onderwijs vanuit de gereformeerde leer. In Colombia, waar de charismatische beweging sterk in opkomst is, gebeurt dat bijna niet. Tegelijk wil ik benadrukken dat niet alles wat de pinksterbeweging leert, negatief is. Integendeel, soms is er in de kerk, vind ik, bijvoorbeeld wel erg weinig aandacht voor de gaven van de Heilige Geest. Op dat punt kunnen we leren van de pinksterbeweging. In dat opzicht staat de kerk in Mexico ook voor dezelfde uitdaging als die in Nederland.”
Het seminarie telt op dit moment zo’n twintig studenten. Sommigen van hen moeten er heel wat voor over hebben om de theologiestudie te volgen, ontdekte ds. Verboom. „In de regio Chiapas heeft op een aantal plaatsen, vooral in de hooglanden, nog altijd geloofsvervolging plaats. De streek is voor het overgrote deel rooms-katholiek. Studenten die aan het seminarie studeren, ondervinden vaak tegenwerking van hun familie, van de plaatselijke leiding. Het is soms indrukwekkend als je hoort wat mensen er, ook materieel, voor over hebben om in Tapachula te studeren. Ik krijg daar kippenvel van. Daar kunnen wij nog wel wat van leren.”
Is het nódig, zendeling zijn in Mexico, een land waar toch een christelijke kerk is? Nog niet zo lang geleden bepleitte Marten Visser, GZB-zendingspredikant in Thailand, een concentratie op die gebieden in de wereld die nog nooit met de Bijbel in aanraking zijn gekomen. Ds. Verboom: „Ik ben het met Visser eens én niet eens. Zeker, het is heel belangrijk om zendelingen naar niet-bereikte gebieden te sturen. Dat is ook helemaal in lijn met het zendingsbevel, is ook de lijn van het nieuwe GZB-beleidsplan. Anderzijds: je bouwt ook een relatie op met partnerkerken. Zendingswerkers daar blijven nodig, precies vanwege het element van toerusting. Want gaat het om bijvoorbeeld evangeliseren, dan kunnen lokale predikanten dat veel beter. Die kennen de cultuur, de mensen.”
Een blijvende relatie is niet alleen nuttig voor de kerk dáár, benadrukt hij. „Heel belangrijk vind ik de notie wederkerigheid. De kerk in Nederland kan léren van die in Mexico. Ik probeer onze ervaringen daarom te delen, door middel van rondzendbrieven en andere vormen van voorlichting. Als je merkt hoe enthousiast studenten soms zijn als ik exegese geef, hoeveel waarde zij hechten aan een goede bijbeluitleg, dan denk ik wel eens: dat zijn we in Nederland misschien toch een beetje kwijt. Gods Woord is voor hen heel belangrijk.”
Spijt hebben de Verbooms nooit gehad van hun verhuizing naar het, overigens schitterende, Tapachula. De komende twee jaar zullen zij er sowieso nog blijven - tot op het moment dat hun contract afloopt. En daarna? „Dat ligt nog helemaal open. We willen de weg gaan die de Heere ons wijst.”