Hypotheekrente na 2007 ter discussie
De aftrekbaarheid van de hypotheekrente staat als een huis. Althans voorlopig. Een discussie als die van donderdag in de Tweede Kamer vreet onmiskenbaar aan het fundament. Na 2007 kan de situatie ineens weer anders zijn.
Jarenlang gold het zogeheten H-woord in politiek Den Haag als een absoluut taboe. Ter linkerzijde waagden GroenLinks en de SP het ermee oneens te zijn, en dat was meteen de beste garantie dat ze duurzaam klein zouden blijven. De drie hoofdstromen in de Nederlandse politiek peinsden er niet over om de grootste aftrekpost van het volk ter discussie te stellen.
Vast blikte VVD-leider Bolkestein tijdens de verkiezingscampagne van 1998 in de lens van de televisiecamera. Terwijl hij zich recht in de ogen liet kijken, garandeerde hij zijn kiezers nimmer te tolereren dat aan de hypotheekrenteaftrek iets zou veranderen. Ook premier Kok en fractieleider Melkert lieten, namens de PvdA, weten dat deze aftrekpost bij hen in goede handen was.
Nog weer later beloofde VVD-voorman Zalm zijn kiezers dat hij nooit in een kabinet zou stappen dat de hypotheekrenteaftrek wil aanpakken. Maar toen was al de tijd aangebroken dat de panelen begonnen te schuiven. De PvdA had Bos tot roerganger gekozen, terwijl die klip en klaar had laten weten wel iets aan de renteaftrek te zullen doen. Een leider dus met een geheel nieuw mandaat.
Ook elders begon het te rommelen. De OESO bekritiseerde Nederland voor z’n overdreven hypotheekschuld. De commerciële banken gaven een waarschuwing af met betrekking tot de betaalbaarheid van het systeem in de toekomst. Directeur Wellink van De Nederlandsche Bank voegde zich bij dit koor en zelfs de Vereniging Eigen Huis toonde zich bereid te onderhandelen over vernieuwende initiatieven.
Het tweede paarse kabinet had al de maatregel aangekondigd om de renteaftrek te beperken tot het eerste huis, dus niet voor het tweede huis of een vakantiewoning. Bovendien werd de aftrekbaarheid beperkt tot een periode van maximaal dertig jaar. Ondanks zijn toezegging het H-woord als taboe intact te zullen laten, kwam nota bene VVD-leider Zalm met een derde beperkende maatregel.
Volgens Zalm moest het misbruik van de renteaftrek maar eens worden aangepakt. Wie volledig recht wil blijven houden op de aftrek, moet bij verhuizing de winst uit het oude huis investeren in het nieuwe. Wie die winst gebruikt voor een caravan of een motorfiets valt dus (gedeeltelijk) buiten de boot. Het tweede kabinet-Balkenende voerde deze maatregel door.
Natuurlijk, dat was allemaal om misbruik tegen te gaan, maar intussen kwam politiek Den Haag steeds dichter in de buurt bij echt gemorrel aan de renteaftrek. De redenen daarvoor lijken ook sterk. Wat ooit bedoeld was als middel om ook starters aan een eigen huis te helpen, werkt nu in de hand dat starters vrijwel geen huis meer kunnen kopen, omdat de prijzen veel te hoog zijn.
Het is juist de renteaftrek geweest die het mogelijk maakte dat de prijzen zozeer omhoog vlogen. Nergens in Europa zijn huizen zo duur als in Nederland, en nergens is de collectieve hypotheekschuld zo hoog. Jaarlijks boeken de Nederlandse huizenbezitters voor 9 miljard euro aan aftrek. Vooral de rijken profiteren, want zij bewonen de grootste en duurste huizen.
De torenhoge schuld, gretig aangewakkerd door handige hypotheekverstrekkers, kan de rijksschatkist forse schokken bezorgen. Eén procent rentestijging levert de minister van Financiën meteen een tegenvaller op van 1,6 miljard. Overigens nuanceerde staatssecretaris Wijn dit donderdag door erop te wijzen dat rentestijging hoort bij een periode van economische groei, dus bij meevallers.
De coalitiepartijen hielden donderdag tijdens een debat over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek de rijen gesloten. Zij gebruikten daarvoor veelvuldig het argument van de zwakke economie, het toch al geschokte consumentenvertrouwen en de stijgende werkloosheid. Tegen die achtergrond pleitten zij voor rust, en dus tegen onrust over ’s lands grootste aftrekpost.
Tot het einde van deze kabinetsperiode in 2007 valt dus geen verder gemorrel aan de renteaftrek te verwachten. Daarna ligt echter alles open. Als het economisch weer goed gaat, komt vanzelf het moment dat meer politici gaan twijfelen. Omzichtigheid zal zeker betracht worden, dat bepleit zelfs de SP. Maar dan komt onvermijdelijk toch het moment waarop de politiek besluit nieuwe hypotheken niet (of gedeeltelijk niet) meer met renteaftrek te belonen.