Brabantse in Italiaans spookdorp: tijd uitzitten met wijn en kaas
Een spookdorp, zo omschrijft Wilma Smelt de Italiaanse gemeente Alassio waar ze momenteel verblijft. Eind februari streek de 67-jarige Brabantse hier neer om een huis te zoeken in de omgeving ten zuidwesten van Genua. Toen zaten de restaurants en cafés nog vol. Sinds woensdag is de omgeving op slot, mag niemand het dorp uit zonder een verklaring en is het normaal zo bruisende Italiaanse buitenleven zo goed als tot stilstand gekomen.
De omgeving blijft tot zeker 3 april hermetisch afgesloten. „We mogen naar de supermarkt, apotheek en het postkantoor. Voor de noodzakelijke dingen gaan de mensen de straat op, verder is het hier uitgestorven”, vertelt Smelt. Uit vrees voor verdere besmetting met het coronavirus, mogen mensen ook niet naast elkaar in de auto zitten. „Vanochtend ging ik met de gastvrouw van wie ik het appartement huur naar het centrum. Zij voorin, ik op de achterbank van haar kleine Fiatje.”
In de omgeving zijn tot nu toe nog weinig besmettingen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in het noorden van Italië. Het was vrijdag voor het eerst dat Smelt mensen met mondkapjes boodschappen zag doen, dat had ze nog niet eerder in het straatbeeld gezien. „De mensen worden zenuwachtig, dat merk je.”
Van hamsteren is overigens absoluut geen sprake. „De schappen zijn niet leeg, mensen doen gewoon normaal boodschappen.” Smelt heeft lachend de berichten uit Nederland gelezen over mensen die met overvolle karretjes de supermarkt uit komen. „Ik heb lekkere kaasjes, wat vlees en wijn gehaald. Mijn appartement is boven op de berg, het is redelijk goed weer, ik heb een stapel boeken bij me. We maken er maar het beste van.”
Smelt woont sinds eind jaren 90 in de Verenigde Staten, daarvoor in het Brabantse dorp Mierlo. Daar was ze ook weer kort neergestreken voor haar reis naar Alassio, waar ze zich nu wil gaan vestigen. „Ik heb over twee maanden een retourticket via Amsterdam naar Seattle, het is nog maar de vraag of dat mogelijk is.”