Beurzen klimmen na historische koersdreun
De Europese aandelenbeurzen vonden vrijdag de weg omhoog na de slechtste beursdag sinds de crash in oktober 1987 op donderdag. Beleggers hielden vooral de Amerikaanse openingsindicatoren scherp in de gaten. Momenteel wijzen die ook op een stevig herstel van Wall Street, na de koersdreun van rond 10 procent een dag eerder. Verder bleef de blik gericht op de maatregelen van centrale banken en nationale overheden om de impact van het nieuwe coronavirus in te dammen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 3,2 procent hoger op 446,03 punten. De hoofdindex zakte donderdag bijna 11 procent tot de laagste stand in vier jaar. De MidKap klom 4,4 procent tot 648,87 punten. Frankfurt en Parijs stegen tot 4,3 procent. Milaan dikte 7,8 procent aan, na de koersval van 17 procent een dag eerder. In Oslo won de beurs 4,7 procent, na een verrassende renteverlaging door de Noorse centrale bank om de negatieve impact van de virusuitbraak te verzachten.
De Londense FTSE ging 4,8 procent vooruit. De Britse marktwaakhond verbood shortselling, waarbij beleggers speculeren op een koersdaling van een aandeel, om de markten te kalmeren. Ook de Italiaanse en Spaanse beursautoriteiten hebben een dergelijk verbod ingesteld. In Nederland is een verbod volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) nog niet aan de orde. De laatste keer dat in Nederland een verbod gold op shortselling was tijdens de financiële crisis in 2008.
In de MidKap schoot Air France-KLM 18 procent omhoog. De luchtvaartcombinatie verwacht een negatief effect van het Amerikaanse reisverbod en neemt een doorlopend krediet van 1,1 miljard euro op vanwege de financiële impact van de problemen. In Oslo steeg Norwegian Air 29 procent. De Noorse luchtvaartmaatschappij stuurt de helft van haar medewerkers voorlopig naar huis vanwege van het Amerikaanse verbod. Industrieconcern Aalberts was koploper in de AEX met een plus van 7,1 procent. Uitzender Randstad was de enige daler met een min van 0,1 procent.
De euro was 1,1163 dollar waard, tegen 1,1116 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 5 procent duurder op 33,07 dollar. Brentolie kostte 5,5 procent meer op 35,03 dollar per vat.