Nikkei sluit ruim 6 procent lager na nerveuze dag
De Japanse aandelenbeurs is vrijdag met een verlies van meer dan 6 procent gesloten na een nerveuze handelsdag. Ook de meeste andere aandelenmarkten in de Aziatische regio gingen opnieuw omlaag. Beleggers bleven nerveus na de historische koersverliezen op Wall Street en Europa, waar de markten donderdag de slechtste beursdag beleefden sinds de crash in oktober 1987 door de angst voor de snelle verspreiding van het coronavirus.
De Nikkei in Tokio kelderde eerder op de dag nog ruim 10 procent, maar wist het verlies terug te dringen tot 6,1 procent op 17.431,05 punten. Beleggers hielden vooral de koersbewegingen van de Amerikaanse openingsindicatoren in de gaten. Die wezen eerder op de dag nog op een verdere koersval voor Wall Street, maar veerden tijdens de Aziatische handelssessie wat op. De Japanse hoofdindex raakte deze week 16 procent kwijt. Dat is het grootste weekverlies sinds de financiële crisis in 2008.
In China, waar de virusuitbraak over het hoogtepunt heen lijkt te zijn, bleven de koersdalingen enigszins beperkt. De beursgraadmeter in Shanghai noteerde tussentijds 1,3 procent in de min en de Hang Seng-index in Hongkong verloor 3,5 procent. De Kospi in Seoul leverde 3,4 procent in. De All Ordinaries in Sydney was een positieve uitschieter en eindigde 4,4 procent hoger na de zware koersverliezen eerder deze week.
Op de beurzen in India en Thailand werd de aandelenhandel tijdelijk stilgelegd na koersverliezen van 10 procent. Na de handelsonderbreking wist de Nifty 50 in India het verlies te beperken tot 0,5 procent en de Thaise SET Composite Index daalde 1 procent.