In hoger beroep 20 jaar cel voor doden echtgenote en dochter
Een 22-jarige man uit Glimmen is in hoger beroep veroordeeld tot een celstraf van twintig jaar voor het doden van zijn echtgenote en haar dochtertje in oktober 2017.
Het gerechtshof in Leeuwarden gaat in beide gevallen uit van doodslag. Van moord is volgens het hof geen sprake omdat de man niet met voorbedachten rade gehandeld zou hebben. De straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie en het eerdere vonnis van de rechtbank in Groningen.
Het drama voltrok zich in de woning van het stel in Haren (Groningen). De vrouw was 23 jaar oud, het meisje 6. De man doodde zijn partner na een ruzie. De vrouw wilde terug naar haar ex, de vader van haar dochter, aldus de man. Hij probeerde op de avond van 13 oktober 2017 de vrouw eerst met het snoer van een telefoonoplader te wurgen. Uiteindelijk sneed hij haar keel door. Het kind trof het lichaam van haar moeder vroeg in de ochtend aan in de badkamer, waarop zij ook door haar stiefvader werd gewurgd.
De man, de vrouw en het meisje zijn afkomstig uit Eritrea. Zij leerden elkaar kennen in het asielzoekerscentrum in Oude Pekela.
De man heeft zijn daad toegegeven. Het hof gelooft zijn verklaring dat hij overrompeld was door de mededeling van zijn partner en vervolgens handelde in een opwelling. De man zocht op 14 oktober 2017 via een hulpverlener contact met de politie. Hij werd in de woning aangetroffen in het bijzijn van zijn dochtertje van anderhalf jaar. Dit meisje had hij samen met de vrouw gekregen. Deskundigen verklaarden hem volledig toerekeningsvatbaar. Daarom legt het hof geen tbs op.
Het hof rekent het de man zwaar aan dat hij na zijn daad urenlang door het huis dwaalde, terwijl hij wist dat de kinderen het lichaam van zijn vrouw konden ontdekken. Daarnaast heeft hij zijn eigen dochter veel leed toegebracht. „Zij zal verder moeten leven zonder moeder en halfzus, in de wetenschap dat haar vader daarvoor verantwoordelijk is”, aldus de voorzitter van het hof.