Ministerie deelde document over zaak-Poch niet met de Kamer
Nederland en Argentinië hebben in 2009 uitvoerig overlegd over de manier waarop Nederland kon helpen om de Nederlands-Argentijnse piloot Julio Poch in Argentinië te vervolgen. Dat staat in een intern vertrouwelijk document over de kwestie, uit september 2009, dat het ministerie van Justitie en Veiligheid niet heeft gedeeld met de Tweede Kamer. Nieuwsuur heeft de nota in handen gekregen en dinsdag online gezet.
De informatie in het document is belangrijk, omdat Poch de Staat heeft aangeklaagd. Hij werd na jaren gevangenschap in Argentinië vrijgesproken van oorlogsmisdaden. Hij eist een schadevergoeding omdat hij Nederland verwijt dat het onrechtmatig heeft meegewerkt aan zijn arrestatie in Spanje, waar hij toen als Transaviapiloot heen was gevlogen.
Het ministerie zegt dat het een „intern ambtelijk document” betreft, en dat die „in de regel” niet met de Kamer worden gedeeld. De nota is wel gedeeld met een commissie die onderzoek doet naar de zaak, aldus het ministerie. „Op de conclusies van de commissie-Machielse kunnen we niet vooruitlopen.”
Vorige maand lichtte justitieminister Ferd Grapperhaus de Kamer wel in over het bestaan van een eerder gespreksverslag, uit 2008, waaruit bleek dat Nederland Argentinië had gewezen op de mogelijkheid om Poch in een ander land te laten aanhouden.
Argentinië wilde Poch vervolgen omdat het hem verdacht van betrokkenheid bij vluchten waarbij tegenstanders van het regime van dictator Videla uit vliegtuigen werden gegooid. Nederland zag zelf geen kans Poch uit te leveren, omdat hij ook de Nederlandse nationaliteit heeft.
Het nieuwe document bevat volgens de advocaat van Poch, Geert-Jan Knoops, veel en belangrijke nieuwe informatie die nog niet naar buiten is gekomen, ook niet in de getuigenverhoren. „Dit is het doorslaggevende bewijs dat de Staat direct betrokken was bij de constructie om Poch buiten Nederland aan te houden.” Volgens hem blijkt hieruit ook duidelijk dat de Staat een politieke afweging heeft gemaakt en geen zuivere juridische.
D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma pleit er al langer voor de „onderste steen boven te krijgen” en voelt zich „om de tuin geleid. D66 vraagt hier al vier jaar om. De minister zou zijn ministerie ondersteboven houden om alle stukken boven water te krijgen. Ik snap niet dat dit dan zomaar kan opduiken. Ik wil dit stuk en alle andere stukken zo snel mogelijk naar de Kamer.”