Rome: virus van de complottheorie is in Italië niet uit te roeien
„Waarom ben je niet thuis in quarantaine gegaan?” De bijna beschuldigende vraag kwam van een, nog wel Nederlandse, collega van me in Rome.
Tien dagen geleden was ik voor de krant in Milaan geweest en had ook twee controleposten bezocht. Daar checkten de politie en het leger in- en uitkomend verkeer aan de rand van de rode zone, het quarantainegebied bij Milaan. Geen mens mag dat gebied in en uit. De maatregelen zijn een gevolg van het coronavirus. Inmiddels zijn die in heel Italië uitgebreid.
De vraag gaf me wel te denken. Zou ik de situatie te luchtig hebben opgenomen? Ik ben van mening dat er een collectieve psychose over het land is gekomen, maar het is ook waar dat er een epidemie heerst. Hoe dan ook was ik bij terugkomst bij mijn huisarts langsgegaan en die had gezegd dat ik geen risico liep. Ik heb hoe dan ook de ziekteverschijnselen niet.
Rome ten tijde van het coronavirus betekent dat mijn elfjarig kind met de kat speelt, terwijl ik dit stukje typ. Eigenlijk zou zij in de schoolbank moeten zitten, maar alle scholen zijn in heel Italië tot begin april gesloten. Vrijdag nam mijn vrouw ons kind mee naar haar werk om dochterlief maar onder de pannen te hebben. Ze is docent aan de universiteit, waar trouwens ook de paniek is uitgebroken. Er bestaat een platform voor ”e-learning”, maar niemand weet hoe dat werkt. Ze krabben zich nog steeds achter de oren.
Als mijn vrouw en ik deze maand er af en toe niet voor ons kind kunnen zijn, of als de kat wil slapen, kan mijn 84-jarige schoonmoeder inspringen. Ze woont sinds twee jaar in het palazzo naast het onze. De bedoeling van haar verhuizing was, dat zij op die manier hulp van ons kon krijgen, maar in de praktijk doet ze het heel goed als babysitter.
De kerkdienst van afgelopen zondag was trouwens heel speciaal. We zaten een meter van elkaar verwijderd in de houten kerkbank. De zitplaatsen waren aangeduid met een van wit plakband gemaakt kruis. Aanstaande zondag gaan we virtueel naar de kerk, want ook kerkdiensten zijn taboe in het hele land.
De situatie is dramatisch voor de economie. De voor Rome belangrijke toeristische sector is morsdood. Als alles voorbij is, zullen we zien hoeveel hotels en restaurants het loodje hebben moeten leggen. De viruscrisis helpt onbedoeld de handel via internet. We worden geacht alleen voor het noodzakelijke het huis uit te gaan. Supermarkten en bakkers zijn geopend, hoewel je als klant slechts druppelsgewijs wordt toegelaten. Maar koeriersdiensten mogen hun werk gewoon uitoefenen.
Afgezien van de sterfgevallen en het economische leed, biedt deze crisis wel de gelegenheid pas op de plaats te maken als het gaat om menselijke maakbaarheid.
Het gaat me wel aan het hart dat Italië zo hard is getroffen. Het land is moedig zat om vergaande maatregelen te nemen om de virusverspreiding tegen te gaan. Misschien is Italië ook wel het braafste jongetje van de klas. Ik las vandaag een stukje van een Italiaanse journalist die het vermoeden uit dat andere Europese landen zich aan een medische omerta houden. Ze zouden, zoals Siciliaanse criminelen in hun stilzwijgen (omerta), de werkelijke gezondheidssituatie onder de pet houden.
Dat is ook wel erg Italiaans gedacht. Het virus van de complottheorie is daar niet uit te roeien.