Private financiering Betuwelijn mislukt
Geen spa zou de grond in gaan voor de Betuweroute als het bedrijfsleven niet meebetaalde, beloofde toenmalig minister van Verkeer Maij-Weggen in 1993. Van die private financiering kwam echter niets terecht, dankzij de amateuristische aanpak van de ambtenarij.
Dat bleek woensdag uit het verhoor van hoogleraar economie dr. A. Heertje door de tijdelijke commissie infrastructuur (TCI). Prof. Heertje beschuldigde de ambtenarij van een ondeskundige aanpak. Daardoor slaagde ze er niet in het bedrijfsleven te interesseren mee te betalen aan de goederenspoorlijn.
Het was aanvankelijk zelfs de bedoeling dat het bedrijfsleven de hele Betuweroute zou betalen. Later werd besloten dat de helft van de kosten zou worden binnengehaald met private financiering. Het is er nooit van gekomen.
Minister Zalm zei woensdag in zijn verhoor voor de commissie dat hij al in 1994 niets zag in private financiering van de Betuweroute. Dat nam overigens niet weg dat private financiering als mogelijkheid werd opengelaten, aldus Zalm. Volgens hem had de Tweede Kamer kunnen vermoeden dat een bijdrage van het bedrijfsleven niet was gegarandeerd. Het was echter wel de inzet van het kabinet om die alsnog te krijgen.
Oud-CDA-kamerlid Leers betoogde voor de commissie dat de Kamer jarenlang „door opeenvolgende ministers voor het lapje is gehouden” over de financiering van de Betuweroute. Toen minister Netelenbos van Verkeer hem uiteindelijk in 1999 duidelijk maakte dat private financiering niet haalbaar was, trok het CDA zijn steun aan de Betuweroute in.
Directeur Varenbrink van de departementale accountantsdienst van Verkeer en Waterstaat zei woensdag dat in mei 2001 sprake was van dreigende kostenoverschrijdingen bij de Betuwelijn en dat toen 600 tot 800 miljoen euro aan „versoberingen” nodig waren. Het bedrag werd niet gemeld aan de Tweede Kamer, wel werd gezegd dat de minister „alle opties openhield.” „Voor mij zou dan als kamerlid duidelijk zijn dat er iets aan de hand was”, aldus Varenbrink. De Kamer reageerde echter nauwelijks.