Eén grote, linkse partij is een illusie
Gaan de linkse partijen: PvdA, GL en SP, eindelijk nauwer samenwerken of misschien zelfs fuseren? Afgaand op de sfeer op een bijeenkomst dinsdagavond in Amsterdam zou je dat bijna denken.
De drie partijleiders Asscher, Klaver en Marijnissen betraden daar in vriendschap en eensgezindheid het podium. Met vooral deze boodschap: vanaf nu gaan wij het het centrumrechtse kabinet-Rutte III flink moeilijk maken. En als de regering de geplande jaarlijkse korting van 2,4 miljard euro op de winstbelasting voor grote bedrijven niet schrapt, stemmen wij dit najaar tegen het Belastingplan. Want wij zijn het beu dat het bedrijfsleven door dit kabinet steeds in de watten wordt gelegd, terwijl er te weinig geld wordt uitgetrokken voor klimaatbeleid, betaalbare huizen, kwetsbare natuur, onderwijs en zorg.
Duidelijk was dinsdagavond in Amsterdam dat het toegestroomde publiek een stap verder wilde gaan. Want waarom alleen samenwerken op dit ene punt, en niet ook één front vormen tegen populisme, tegen marktwerking in de zorg of tegen te veel flexbanen? En waarom eigenlijk geen fusie van deze drie partijen, die programmatisch zo dicht bij elkaar staan?
Zo stak een oud vraagstuk, waarover in Nederland al zo’n vijftig jaar wordt gediscussieerd, opnieuw de kop op. Waarom kennen we in ons polderland niet één grote, linkse partij? Met als actuele spits: na tien jaar Rutte wordt het de hoogste tijd voor een socialere koers. Die lijkt binnen handbereik als PvdA, GL en SP snel fuseren. Wie hun Kamerzetels bij elkaar optelt, komt aan 37. Daarmee zou zo’n linkse fusiepartij in één klap de grootste worden, royaal groter dan de huidige Kamerfractie van de VVD (32 zetels).
Ja, leuk bedacht. Maar „tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”, dichtte Willem Elsschot. Om er een paar te noemen: wie moet de leider worden van zo’n nieuwe formatie? Hoe voorkom je dat de meest radicale delen van GL en van de SP zich zó gaan keren tegen het vormen van een eenheid met de gematigde en gouvernementeel instelde sociaaldemocraten, dat er toch weer allerlei afsplitsingen ontstaan? En hoe krijg je het anti-EU-sentiment van de SP ooit gecombineerd met de pro-EU-gevoelens van de andere twee?
Daarom, verder dan íéts meer samenwerking tussen de drie linkse partijen zal het de eerste tijd niet komen. En zoals het hen de achterliggende halve eeuw niet gelukt is over hun eigen schaduw heen te springen, zo zullen zij er vermoedelijk ook de komende decennia niet in slagen. Dat dit vóór de komende Kamerverkiezingen gebeurt, is in elk geval illusoir.
Nee, de VVD en andere rechtse partijen hoeven na dinsdagavond nog niet te sidderen. Eén grote, linkse partij blijft in Nederland zeer waarschijnlijk altijd een fata morgana. Zoals destijds het tweede kabinet-Den Uyl. Waar veel over werd gesproken. Waar veel van werd verwacht. Maar dat er, gelukkig, nooit kwam.