Rijk geeft lokale partijen geen geld
Het lukt de Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen (VPPG) niet een professionele organisatie op te zetten voor haar meer dan 200 leden. De vereniging heeft daarvoor geen geld. Bovendien is nu zeker dat ze geen subsidie krijgt van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De Nederlandse wet staat niet toe dat groeperingen die niet zijn vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, subsidie krijgen. De VPPG overweegt naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen.
De vereniging hoopte van het Rijk een subsidie van ruim 158.000 euro per jaar te krijgen. „Daarvan wilden we in elk geval een bureau openen en een betaalde medewerker aantrekken ter ondersteuning van onze leden”, aldus VPPG-voorzitter H. Jansen, wethouder in Meppel.
Vooral de laatste maanden is de vraag naar hulp erg groot. Niet alleen direct wegens de gemeenteraadsverkiezingen, maar ook omdat zich veel nieuwe lokale groeperingen aandienen die hulp willen hebben. Er is volgens Jansen veel behoefte aan professie bij de leden. „Vanuit het niets zijn 22 lokale partijen de grootste in hun gemeenteraad geworden. Zij moeten het initiatief nemen tot coalitievorming. Die partijen schreeuwen om hulp.”
Ook voor het organiseren van cursussen kreeg de organisatie van plaatselijke politieke partijen geen geld los bij het ministerie. Nu wordt er volgens Jansen veel een beroep gedaan op vrijwilligheid van VPPG-bestuursleden. „Maar dat leidt tot een gigantische aanslag op de tijd van deze mensen.”
Om toch een structurele subsidie los te krijgen, denkt de VPPG haar gelijk te halen bij het Europees Hof in Straatsburg. „Nederland heeft het Europees Handvest getekend, waarin staat dat elke politieke stroming gelijk moet worden behandeld.”