Chinese industrie krijgt grootste klap ooit door coronavirus
De uitbraak van het nieuwe coronavirus heeft de omvangrijke Chinese industrie een zware klap toegebracht. Een belangrijke graadmeter voor de bedrijvigheid in de Chinese industrie is in februari zo hard gedaald dat er sprake is van een absoluut laagterecord.
De zogeheten inkoopmanagersindex voor de Chinese industrie zakte afgelopen maand naar een stand van 35,7, tegen 50 in januari. Een stand boven de 50 wijst op groei, daaronder op krimp. Dergelijke lage standen zijn sinds de financiële crisisjaren 2008 en 2009 niet meer voorgekomen. Toen was de laagste stand 38,8, in november 2008. Economen hadden in doorsnee een stand van 45 verwacht, maar hun voorspellingen liepen erg wijd uiteen.
Om de verspreiding van het coronavirus tegen te houden, verplichtte de Chinese overheid door heel het land de sluiting van fabrieken, winkels, eetgelegenheden en bioscopen. Dat dit de op één na grootste economie van de wereld schade zou berokkenen, leed geen twijfel. Maar hoe groot die klap zou zijn, was nog onderwerp van debat.
Mede om die reden werd op financiële markten halsreikend uitgekeken naar dit cijfer van de Chinese overheid. Het is een van de eerste macro-economische cijfers die inzicht geven in impact van het coronavirus op de Chinese economie.