Minister bekijkt inzet hobby-databank voor onbekende doden
Privégegevens die voor stamboomonderzoek bij een particuliere DNA-databank zijn opgeslagen, zijn mogelijk te gebruiken voor onderzoek naar onbekende doden. Verantwoordelijk minister Ferd Grapperhaus laat uitvissen of het kan en zin heeft. Hij spreekt over een interessante methode, maar hij heeft ook zo zijn bedenkingen.
Bij de ongeïdentificeerde doden mag het niet om slachtoffers van een misdrijf gaan. De minister vindt het ook nog te vroeg om de DNA-gegevens van zo’n hobbydatabank te gebruiken voor zogenoemde cold cases, oudere ernstige misdrijven die niet zijn opgelost. „Als informatie uit particuliere databanken voor de opsporing wordt gebruikt, is het belangrijk dat dit zorgvuldig en op een juiste wijze gebeurt”, aldus Grapperhaus aan de Tweede Kamer.
In de Verenigde Staten zouden zo al tientallen zaken zijn opgelost. De politie daar liet sporen van verdachten vergelijken met gegevens in particuliere databanken, nadat de zogenoemde forensische DNA-banken geen match hadden opgeleverd.
De vaak commerciële genealogische DNA-databanken willen mensen helpen bij het zoeken naar hun verwanten en hun herkomst. Daarvoor sturen belangstellenden celmateriaal, waarvan het bedrijf een DNA-profiel maakt. Dat wordt met andere profielen vergeleken om zo op het spoor te komen van verwanten.