„Ik zal de wonden van Afghanistan behandelen”
In Afghanistan is dinsdag de campagne van start gegaan voor de eerste directe presidentsverkiezingen in de geschiedenis van het land, die volgende maand worden gehouden.
De zittende Afghaanse president Hamid Karzai en zijn zeventien tegenstrevers hebben nog 29 dagen de tijd om de 10,6 miljoen kiezers die door de Verenigde Naties in Afghanistan zijn geregistreerd, voor zich te winnen.
De start van de campagne ging niet gepaard met grote demonstraties of verkiezingsbijeenkomsten. Massooda Jallal, de enige vrouwelijke presidentskandidaat, hield een kleine bijeenkomst in een door de VN gesubsidieerde bakkerij in de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zo’n vijftig vrouwen, vrijwel allemaal gehuld in burka’s, applaudisseerden enthousiast en baden voor de overwinning van „hun zuster.”
Jallal opende de aanval op de krijgsheren die Afghanistan volgens haar kapotmaken. „Die mensen, die jullie verraden hebben, jullie huizen hebben verwoest en jullie mannen hebben vermoord, die komen niet in mijn regering terecht”, zei Jallal, die een hoofddoek droeg. „Als een dokter zal ik de wonden van Afghanistan behandelen. Als een moeder zal ik het leven van de Afghaanse familie verbeteren.”
De mooie woorden halen waarschijnlijk niets uit in de strijd tegen Karzai, die de absolute favoriet is bij de presidentsverkiezingen en wiens kandidatuur ook wordt gesteund door de Verenigde Staten. De vraag is dan ook niet of Karzai wint, maar of hij er een tweede ronde voor nodig heeft. Het brede veld van deelnemers en de loyaliteit van veel Afghanen aan hun eigen stammen en etnische groepen vergroten de kans dat Karzai in de eerste ronde niet de vereiste 50 procent van de stemmen krijgt. Dat zou kunnen betekenen dat in november pas duidelijk is of Karzai mag blijven zitten.
Een tweede stemronde is vooral problematisch voor de veiligheidstroepen in Afghanistan. Die draaien momenteel overuren om verkiezingsmedewerkers en de kandidaten te beveiligen. Strijders van de Taliban en andere extremistische groepen die proberen de verkiezingen te ontregelen, hebben de afgelopen maanden al meer dan tien verkiezingsmedewerkers vermoord.
De VN zijn bovendien bang dat de Afghaanse krijgsheren, van wie er verschillende deelnemen aan de verkiezingen, kiezers met geweld zullen intimideren. De VN hebben zich ook beklaagd over de geringe hoeveelheid informatie die vooral de Afghanen op het platteland, die vaak analfabeet zijn, hebben gekregen over het verloop van de verkiezingen.
De tegenkandidaten van Karzai variëren van een voormalige adjudant van de koning tot een verongelijkte dichter. Kabul hangt vol met posters voor de Hazaren-hoofdman Mohammed Mohaqeq, een ex-minister uit Karzais kabinet die nu op zijn functie uit is. Een andere tegenkandidaat, Abdul Hadi Dabir, probeert met radiospotjes zijn naamsbekendheid te vergroten. Alle kandidaten betichten Karzai ervan de afgelopen drie jaar te weinig te hebben gedaan voor het land, waar nog steeds een groot deel van de bevolking straatarm is.
Maar wat de andere kandidaten ook doen, het zal erg moeilijk voor hen worden om Karzai te verslaan. Volgens hoogleraar politicologie Nasrullah Stanakzai van de universiteit van Kabul zijn daar twee belangrijke oorzaken voor te noemen. Ten eerste heeft geen van Karzais tegenkandidaten het aangedurfd het land door te reizen om meer naamsbekendheid te krijgen. Daarnaast denkt Stanakzai dat de tegenkandidaten in een tweede ronde niet in staat zijn zich achter één kandidaat te scharen. „Er zijn een heleboel kandidaten en dat zal veel verwarring opleveren”, zei hij. „Dat vergroot de kansen voor Karzai, waardoor hij uiteindelijk zal winnen.”