Binnenland

Hoe afpersers ondernemers in de tang houden

Lever geld. En wel onmiddellijk. Die boodschap zit achter de bombrieven die afgelopen weken naar financiële instellingen werden gestuurd. Afpersers nemen vaker ondernemingen in de tang. Dat hakt erin bij slachtoffers. „Je wordt een klein en bang mens.”

22 February 2020 14:57Gewijzigd op 16 November 2020 18:19
Onder meer bij banken zijn afgelopen weken bombrieven bezorgd. Enkele daarvan zijn ontploft. Foto: een bomverkenner doet begin januari in Amsterdam onderzoek bij hotel Okura, nadat daar een bombrief was bezorgd.  beeld ANP, Evert Elzinga
Onder meer bij banken zijn afgelopen weken bombrieven bezorgd. Enkele daarvan zijn ontploft. Foto: een bomverkenner doet begin januari in Amsterdam onderzoek bij hotel Okura, nadat daar een bombrief was bezorgd.  beeld ANP, Evert Elzinga

De bedrijfsauto van een ondernemer, geparkeerd bij diens woning, gaat in vlammen op. Na de brand krijgt het slachtoffer dreigtelefoontjes. Afpersers eisen geld. Ze draaien de duimschroeven aan, blijkt uit een transcript van zo’n afgeluisterd telefoongesprek.

„Je loopt een enorm risico”, klinkt het dreigend. „Je weet van dat brandje. Je loopt veel meer gevaar dan dat. Jijzelf, je gezin, je huis en je bedrijf, alles loopt gevaar. Hetgeen wat wij willen is geld. Je moet geld betalen net zolang totdat wij zeggen dat het genoeg is. Heb je alles begrepen? Voor de rest hoef je niets te doen. Zorg dat je bereikbaar bent op dit telefoonnummer. Wij nemen contact met je op. Geen politie, anders heb je een groot probleem.”

Het beklemmende verhaal staat opgetekend in het lijvige rapport ”Ondergaan of ondernemen”, opgesteld in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het in 2014 gepresenteerde boekwerk, geschreven door criminologen van het Arnhemse Bureau Beke, geldt als de meest recente (en vrijwel enige) wetenschappelijke studie over afpersing in het Nederlandse bedrijfsleven.

Schaamte

Hoe vaak worden Nederlandse ondernemers afgeperst? Uit een steekproef van Bureau Beke onder 400 ondernemers zegt één op de tien de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geworden van afpersing, soms meerdere malen. Jaarlijks buigen strafrechters zich over gemiddeld elf afpersingszaken in het bedrijfsleven.

De criminologen van Bureau Beke houden echter veel slagen om de arm. De grote vraag is of de cijfers de werkelijkheid weerspiegelen. Want afgeperste ondernemers lopen er doorgaans niet mee te koop dat criminelen hen geld aftroggelen. Omdat ze represailles vrezen, uit schaamte, om imagoschade te voorkomen of omdat bedreigde zakenlui zich zelf ook met duistere praktijken inlaten. Zeker ondernemers uit Turkse en Chinese kring zullen niet snel naar de politie stappen en lossen problemen liever zelf op.

Dat afpersing voor ondernemers een uiterst pijnlijke zaak is, staat voor Els Prins als een paal boven water. Zij beheert de criminaliteitsportefeuille voor MKB-Nederland (midden- en kleinbedrijf) en werkgeversorganisatie VNO-NCW. Nogal wat bedrijven kampen met –pogingen tot– afpersing, bleek haar tijdens een informatieavond over digitale veiligheid voor een ondernemersvereniging. „Jaarlijks krijgt de politie zo’n tachtig aangiftes van afpersing van bedrijven, maar de werkelijkheid is dat dat misdrijf zich veel vaker voordoet. Eenderde van de ondernemers in de zaal stak de vinger op toen ik vroeg naar ervaringen met afpersing via gijzelsoftware (zie ook: ”Laptop laten slingeren? Kan boel ellende geven”). Ik vond dat schrikbarend veel. Ondernemers willen nog wel aan hun collega’s vertellen dat een dief via een raampje het bedrijfspand is binnen geklommen. Maar ze hebben het er liever niet over dat hun computersystemen slecht zijn beveiligd.”

Griezelig

Afpersing kan mensen levenslang beschadigen, weet Prins. „Slachtoffers van afpersing veranderen vaak in bange, angstige mensen. Ook al vloeit er geen bloed. Het hakt erin als afpersers in iemands zaak de boel kort en klein slaan of dreigen iemands vrouw en kinderen wat aan te doen. Ondernemers vinden het een griezelige gedachte dat veroordeelde afpersers niet hun leven lang in de gevangenis blijven zitten en dus weer een keer bij hen in de buurt kunnen opduiken.”

2020-02-22-katZA2-bij_els_prins-2-FC_web.jpg
Els Prins. beeld MKB-Nederland

Onder druk gezette ondernemers worstelen met hun zelfbeeld als ze toegeven aan de eisen van criminelen, merkt Prins. De slachtoffers pijnigen zich met vragen als: „Ik heb me klein laten maken, hoe stevig sta ik eigenlijk in mijn schoenen?” Slachtoffers van digitale afpersing voelen vaak een anderssoortige schaamte. Ze komen erachter dat ze toch niet zo slim zijn dan dat ze altijd dachten.”

Afpersers eisen gemiddeld 98.000 euro. In ongeveer 70 procent komt een onderneming niet met geld over de brug. In de periode 2010 tot en met 2013 bracht justitie 45 zaken rond afpersing van ondernemers voor de rechter. In 36 zaken (80 procent) kwam het tot een veroordeling. De gemiddelde celstraf voor een enkelvoudige afpersing is twee jaar. Nederlands bekendste afperser is Willem Holleeder. Hij troggelde onder meer Willem Endstra, die te boek stond als bankier van de onderwereld, miljoenen euro’s af.

Motorbendes

Ga niet in op geldeisen van afpersers, bindt de zegsvrouw van MKB-Nederland en VNO-NCW ondernemers op het hart. „Als je criminelen betaalt, beland je alleen maar dieper in de problemen. Afpersers kunnen je bedrijf als een melkkoe gaan beschouwen.”

In het nauw gedreven ondernemers kunnen het best aangifte doen bij de politie, benadrukt Prins. Een andere mogelijkheid is anoniem je verhaal doen via Meld Misdaad Anoniem of bij de in 2011 gelanceerde Vertrouwenslijn Afpersing, een initiatief van onder meer het ministerie van Veiligheid en Justitie, Koninklijke Horeca Nederland en VNO-NCW/MKB-Nederland.

Niet alleen bijvoorbeeld gefrustreerde ex-werknemers, maar ook leden van motorbendes, zoals Hells Angels en Satudarah, persten afgelopen jaren ondernemers af. Slachtoffers zijn vaak horeca-ondernemers. De motorbendes hanteren tal van tactieken om hun doelwit angst in te boezemen. Zo verschijnen de motormannen met twintig man sterk in clubkleding in een kroeg. Ze proberen de post van uitsmijter (portier) in een kroeg in te pikken om zo de café-eigenaar in de tang te nemen. De gekwelde ondernemer moet de bendeleden beschermingsgeld betalen. Door motorbendes bedreigde ondernemers laten het vaak wel uit hun hoofd de politie in te schakelen.

In de WODC-studie ”Ondergaan of ondernemen” staan schrijnende verhalen over de impact van afpersing door motorbendes. „Ik stond er in shock bij, kon er werkelijk niets tegen beginnen”, vertelt een slachtoffer. En: „Ik was alleen geen baas meer in mijn eigen zaak.” Ander citaat: „De daders stellen wetten in de horeca en bepalen wat er gebeurt. Als je je daar tegen verzet, krijg je klappen.”

Goochelshows

De criminologen kraken in hun WODC-rapport harde noten over de wijze waarop de politie omgaat met meldingen over afpersing. Baliemedewerkers op politiebureaus hebben niet altijd door hoe ernstig een situatie is en denken dat er een zakelijk geschil speelt in plaats van afpersing. De politie is meer dan eens te afwachtend, vinden de onderzoekers. De politie adviseerde bedreigde ondernemers in diverse gevallen te wachten op vervolgacties van de dader. Zo krijgt een entertainmentbedrijf dat goochelshows verzorgt, een dreigmail binnen. De afperser dreigt de geheimen achter de show te onthullen en eist 2 miljoen euro. Het bedrijft krijgt de raad pas aangifte te doen als de afperser nieuwe mails gaat sturen.

Een afpersingsslachtoffer baalt ervan dat de politie met een herkenbare politieauto en in uniform op zijn thuisadres langskomt. Hij vreest vergeldingsmaatregelen van de afperser. „Als je van de dader niet naar de politie mag gaan, zou er iemand van de politie in burger langs moeten komen.” De recherche gebruikt soms ontoereikende opsporingsmiddelen. Een slachtoffer is weliswaar blij dat de politie bewakingscamera’s bij zijn voordeur plaatst, maar de kater komt als beelden van de afperser zo wazig zijn dat de dader niet valt te herkennen.

Snackbar

Positieve verhalen over de politie staan ook opgetekend in het WODC-rapport. Zo proberen agenten horeca-ondernemers die zouden zijn afgeperst door leden van motorbendes ertoe te bewegen om aangifte te doen. Zodat justitie een strafzaak kan optuigen. De politie weet ook van wanten als een klant in een snackbar belt met een melding over een afpersing. Aanvankelijk proberen agenten tevergeefs de frietverkoper zover te krijgen aangifte te doen. Een paar dagen na het incident waagt de snackbarhouder toch die stap. De daders worden gearresteerd.

Gevaren van slordigheid

In de strijd tegen digitale afpersing is het van het grootste belang dat werknemers zich bewust zijn van de gevaren van slordig gedrag. Daarop hamert prof. dr. Wouter Stol, hoogleraar cyberveiligheid aan de Open Universiteit.

Een werknemer die een laptop laat slingeren in de trein? Of op de stoep voor het bedrijf een usb-stick vindt en die uit nieuwsgierigheid opent op zijn eigen computer? Of een bijlage opent in een mail met een vage afzender? Het is allemaal hoogst onverstandig, zegt Stol, ook lector cyberveiligheid aan de Politieacademie.

2020-02-22-katZA3-bij_wouterstol-2-FC_web.jpg
Prof. Wouter Stol, hoogleraar cyberveiligheid. beeld Stol

Chaos

Die usb-stick moet de werknemer onverwijld inleveren bij de ict-afdeling van het bedrijf, geeft Stol aan. Want verkeerd gebruik van de gegevensdrager kan een boel ellende veroorzaken. Criminelen kunnen die usb-stick hebben neergelegd. In de hoop dat een argeloos personeelslid ransomware (gijzelsoftware) op de usb-stick installeert op het bedrijfssysteem.

Dat digitale afpersing tot chaos kan leiden, ondervond de Universiteit Maastricht eind vorig jaar. Hackers (ofwel afpersers), vermoedelijk afkomstig uit Rusland, wisten via een maandenlange operatie de systemen van de universiteit plat te leggen. Duizenden studenten en medewerkers waren onthand. De afpersers wisten binnen te komen nadat twee medewerkers op phishing-mails klikten. Via zo’n mail worden mensen naar een valse website gelokt. De universiteit betaalde de afpersers 30 bitcoin (zo’n 200.000 euro) om de digitale sleutel te krijgen waarmee de instelling de systemen weer kon ontgrendelen.

Verwerpelijk

Eerder deze maand bleek dat watertechnologie-instituut Wetsus in Leeuwarden dagenlang digitaal is gegijzeld. Ook deze organisatie betaalde afpersers om weer toegang te krijgen tot het computersysteem. Is het gevaarlijk om te zwichten voor criminelen? „Lastige kwestie”, reageert prof. Stol. „Je kunt heel principieel zeggen dat het moreel verwerpelijk is dat de Universiteit Maastricht twee ton aan afpersers betaalde, maar ik kan de keus van de universiteit wel begrijpen. Als de universiteit de hackers niet had betaald, was de schade kennelijk veel groter geweest. Dan hadden wetenschappelijke onderzoeken in het honderd kunnen lopen. Anderzijds houdt de universiteit met betaling van losgeld een crimineel verdienmodel in stand.”

Omdat afpersing steeds vaker via het web zal verlopen, doen bedrijven er verstandig aan zich digitaal stevig te wapenen, beklemtoont Stol, voorheen werkzaam bij de politie. Zo dienen ze alert te zijn op software-updates en de meest recente antivirussoftware te gebruiken. Een serieuze optie is dat bedrijven sites blokkeren waarop gevaarlijke software rondgaat.

Zeker grote bedrijven moeten zich bezinnen op de vraag van welke informatie ze een (dagelijkse) backup willen. „In grote organisaties hangen steeds meer computersystemen aan elkaar. Dan wordt het ingewikkeld en kostbaar om na een ransomware-aanval die systemen weer werkend te krijgen. Daarom kan het financieel aantrekkelijker zijn alleen van de meest gevoelige informatie een backup te hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer