Elke Groninger komt in aanmerking voor een vergoeding voor immateriële schade. Het gaat om een vergoeding voor wonen, welzijn en gezondheid. Mensen moeten hun aanvragen wel motiveren. Dat staat in het advies van een commissie van juridische experts aan minister Eric Wiebes (Economische Zaken).

Het onafhankelijke Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in oprichting gaat kijken hoe zij dit advies gaat overnemen. Maar de kwartiermaker van het IMG heeft zich „in grote lijnen al aangesloten bij het advies”, aldus De Jonge. Nog voor de zomer moet de regeling zijn uitgewerkt.

De kwartiermaker plaatst ook kanttekeningen bij het advies van de commissie. De methodiek die de commissie voorstelt is te algemeen en houdt onvoldoende rekening met bijzonderheden per geval. Ook is hij niet overtuigd dat een verhuizing in het kader van de versterkingsoperatie een eis moet zijn om in aanmerking te komen voor schadevergoeding. Tot slot vindt hij dat het niet alleen om immateriële schade geleden in het verleden moet gaan. Hij wijst erop dat zich nog steeds aardbevingen voordoen.

Medio december vorig jaar oordeelde het gerechtshof in Leeuwarden in hoger beroep dat 127 gedupeerden (deels) recht op vergoeding hebben voor vermogensschade door gemist woongenot en immateriële schade.

„Het kabinet is zich ervan bewust dat een immateriële schadevergoeding het leed in Groningen niet kan wegnemen. Een financiële vergoeding zal echter wel kunnen leiden tot erkenning en daarmee verzachting van het leed”, laat minister Wiebes aan de Tweede Kamer weten over het advies.