Groen & duurzaamheid

„Kentering na een derde minder stikstofneerslag”

In een eeuw tijd verdwenen bijna alle vlinders van het boerenland. Belangrijkste oorzaak: stikstof. Maar nog niet alles is verloren. „Als de stikstofdepositie met een derde daalt, kan er een kentering komen.”

Kees van Reenen
20 February 2020 13:11Gewijzigd op 16 November 2020 18:18
Het icarusblauwtje is nog algemeen in natuurgebieden en schrale bermen, maar is verdwenen van het boerenland. beeld Kees van Reenen
Het icarusblauwtje is nog algemeen in natuurgebieden en schrale bermen, maar is verdwenen van het boerenland. beeld Kees van Reenen

Michiel Wallis de Vries, onderzoeker bij De Vlinderstichting en buitengewoon hoogleraar aan Wageningen University, werkte mee aan het vorige week verschenen Living Planet Report ”Natuur en landbouw verbonden” van het WNF. De boodschap van dat rapport loog er niet om: de Nederlandse natuur staat er slechter voor dan ooit. Was de belangrijkste oorzaak tot zo’n beetje 1970 de ontginning van woeste gronden, sindsdien doen vooral ontwatering en stikstofrijke neerslag kwetsbare planten en dieren verdwijnen.

In een helder artikel in de nieuwste uitgave van het blad Vlinders schetsen Wallis de Vries en twee collega-onderzoekers het probleem. Ammoniak uit de landbouw en stikstofoxiden afkomstig van de verbranding van fossiele brandstoffen doen twee dingen: de bodem verzuren en stikstofminnende planten harder laten groeien. Zo worden veel planten waarvan vlinders afhankelijk zijn voor nectar of rupsenvoedsel verdrongen door een klein aantal stikstofveelvraten.

Aangezien opneembare stikstof van nature schaars is, zijn de meeste planten en dieren aangepast aan stikstofarme omstandigheden. Sinds de invoering van de kunstmest, begin twintigste eeuw, is het stikstofgehalte in de lucht echter verviervoudigd.

Vooral in de laatste vijftig jaar trad er een kaalslag op. In natuurgebieden, maar vooral op het intensief gebruikte boerenland zelf. De meeste planten- en vlindersoorten werden teruggedrongen naar natuurgebieden en schrale bermen.

Verschil

„Hier zie je het verschil”, wijst Wallis de Vries terwijl hij bij een kruising staat aan de rand van het Binnenveld tussen Veenendaal en Wageningen. Aan de ene kant ligt een doorsneegrasland. Helder groen, zelfs in de winter. „Groen is mooi, maar gifgroen niet. Het is een gek gezicht om een haas in zo’n weiland te zien afsteken tegen het egale groen; aan zijn natuurlijke schutkleur heeft hij hier niets.” In het grasland, dat vermoedelijk alleen gemaaid wordt voor op stal staande koeien, bloeien ook in de zomer vrijwel geen bloemen. Bijzondere planten en vlinders zijn er kansloos.

Aan de andere kant van het kruispunt ligt een afgegraven perceel. Daar moet zich volgens een informatiebord een schraalgrasland ontwikkelen, met een hoge biodiversiteit. Omdat het gezien de hoge inrichtingskosten jammer zou zijn als de gewenste kruiden niet terugkeren worden de zaden er alvast naartoe gebracht door de aanvoer van maaisel uit bestaande natuurgebieden. Op termijn zou de uitgestorven moerasparelmoervlinder geherintroduceerd kunnen worden. „Een beetje kunstmatig”, geeft Wallis de Vries toe, „maar uit zichzelf kunnen ze niet terugkeren doordat de leefgebieden te ver weg liggen, en met goed beheer hopen we uiteindelijk een duurzame soortengemeenschap terug te krijgen.”

Hoe dan ook, het is de onderzoeker en zijn collega’s wel duidelijk dat er iets moet veranderen. „De gangbare landbouwmethode van opbrengstmaximalisatie heeft een grens bereikt. De Nederlandse grond is vruchtbaar, maar dat er zo veel kunstmest nodig is zet daar toch wel een vraagteken bij. Het levert geld op, maar de neveneffecten liegen er niet om.”

De huidige stikstofimpasse ziet hij als een kans. „Veel boeren willen wel meer biodiversiteit op hun land, maar weten niet hoe. We zijn nu bezig met een onderzoek naar nachtvlinders, en als ze zien wat er gevangen wordt met een lichtval op hun land worden veel boeren enthousiast.”

De dagvlindertellingen laten een afname zien van 50 procent sinds 1992, en toen had de grootste kaalslag al plaatsgevonden. Met planten als klokjesgentiaan, beemdkroon en knoopkruid verdwenen vlinders als gentiaanblauwtje, veldparelmoervlinder en argusvlinder. Nu beginnen zelfs algemene soorten als bruin zandoogje en icarusblauwtje het moeilijk te krijgen.

Natuurnetwerk

De onderzoeker acht het dan ook van groot belang dat het Natuurnetwerk wordt voltooid, waardoor geïsoleerde natuurgebiedjes met elkaar verbonden worden.

Dat is echter niet voldoende: juist ook in het boerenland moet de basiskwaliteit van de natuur omhoog. „Een strikte scheiding tussen natuur en landbouw leek ooit de oplossing, maar dat blijkt een vergissing te zijn geweest. We moeten toe naar een kringlooplandbouw waarin de stikstofuitstoot met de helft afneemt.” Dit hoeft niet alleen maar geld te kosten: „Innoveren in duurzame landbouwvormen kan ook een belangrijk exportproduct worden. Als boeren en natuurbeheerders samenwerken kunnen we er nog best iets moois van maken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer