Gemeenten verlenen fors minder vergunningen nieuwbouwwoningen
Gemeenten verleenden vorig jaar fors minder vergunningen voor nieuwbouwwoningen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). CBS-econoom Peter Hein van Mulligen zegt dat dit waarschijnlijk niet alleen komt door de PFAS- en stikstofcrisis, maar ook door bijvoorbeeld personeelstekorten in de bouw.
In totaal gaven gemeenten ruim 57.000 vergunningen voor nieuw te bouwen woningen af. Dat is 18 procent minder dan een jaar eerder. „Dat is verwonderlijk, gezien het tekort aan woningen dat er nu is”, aldus Van Mulligen. Het duurt gemiddeld twee jaar om een huis te bouwen vanaf het moment dat een gemeente een vergunning verleent. Het aantal woningen kan ook op andere manieren toenemen, bijvoorbeeld als kantoren of kerkgebouwen worden omgebouwd. De vergunningen hiervoor zijn niet opgenomen in de cijfers van het CBS.
De bouw had vorig jaar moeite met het verkrijgen van vergunningen als gevolg van de PFAS- en stikstofcrisis. Dat meldde het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) eerder. De problemen ontstonden nadat de Raad van State vorig jaar het Nederlandse stikstofbeleid ongeldig had verklaard. Daardoor kwamen veel bouwplannen stil te liggen. De sector kreeg ook te maken met een strenge grens aan de hoeveelheid van de chemische stoffengroep PFAS, waardoor praktisch geen grond mocht worden vervoerd.
„Maar die uitspraak van de Raad van State was pas in mei, dus dat kan niet de enige verklaring zijn”, nuanceert Van Mulligen. Het aantal vergunningen daalde daarvoor ook al. Dat kan te maken hebben met gemeentebeleid. De econoom ziet ook dat bouwbedrijven te maken hebben met een personeelstekort en verwacht dat ze daarom minder vergunningen aanvragen.
De gemeente Utrecht verleende ruim 3300 vergunningen voor nieuwbouwwoningen, het meest van heel Nederland. Daarna volgt Amsterdam met bijna 2000 vergunningen.