Minister Veerman van Landbouw heeft dit dinsdag geconcludeerd bij de opening van de vergadering van de EU-landbouwministers in Lisse. Uit de enquête, die is gehouden onder de 29 Europese en kandidaat-lidstaten blijkt dat een overgrote meerderheid (84 procent) vindt dat een „one size fits all” (een maat is passend voor allen) oplossing in de groeiende Europese Unie steeds moeilijker te vinden is.

In de steeds groter wordende Europese Unie zijn de verschillen bijvoorbeeld in landschap steeds groter. In de zuidelijke lidstaten heerst een ander klimaat dan in Polen. Ook culturele en regionale verschillen tekenen zich steeds duidelijker af. Op landbouwgebied loopt de EU steeds meer tegen deze verscheidenheid op.

„In een uitbreidende Unie wordt het steeds lastiger oplossingen te vinden die voor iedere lidstaat op dezelfde manier toepasbaar zijn”, aldus Veerman. De roep om een deel van het landbouwbeleid „meer decentraal” te regelen is duidelijk. In drie groepen overleggen de landbouwministers dinsdag over welk deel van het beleid in handen van de lidstaten gegeven zou kunnen worden en onder welke voorwaarden dat moet gebeuren.

Na afloop van de bijeenkomst verklaarde eurocommissaris Fischler (Landbouw) dat niet alle beleidsterreinen zich lenen voor meer zeggenschap voor de lidstaten. Wanneer het gaat om regels op het gebied van bijvoorbeeld de gemeenschappelijke markt of concurrentie blijft Brussel aan het roer staan. Bij het implementeren van de regels hoeft de EU echter niet altijd zijn onvoorwaardelijke wil op te leggen. Daar is volgens Fischler ruimte voor een nationale of regionale aanpak zonder dat daarbij de „gelijke behandeling” van boeren in de verschillende lidstaten in het geding komt.