Hongersnood slaat toe in Malawi
Ten minste 79 mensen zijn de afgelopen weken in Centraal-Malawi de hongerdood gestorven.
Het plaatselijke Netwerk voor Economische Rechtvaardigheid zegt dat de regering de waarschuwingen over de hongersnood in de wind heeft geslagen. De regering en de buitenlandse donors schuiven de verantwoordelijkheid voor de catastrofe op elkaar af. Ondertussen lijkt de voedselhulp voor het Oost-Afrikaanse land eindelijk op gang te komen.
De hongerdoden vielen volgens het netwerk voorlopig in zes centrale districten: Kasungu, Nkhotakota, Ntchisi, Lilongwe, Dowa, en Mchinji. President Bakili Muluzi ontkende twee weken geleden nog dat er doden vielen als gevolg van de voedseltekorten in zijn land. Maar vorige week riep hij toch de noodtoestand uit en deed hij een oproep aan de internationale gemeenschap voor voedselhulp ter waarde van 23 miljoen euro. Volgens cijfers van de regering worden ten minste 7 miljoen van de 10 miljoen Malawiërs bedreigd door voedseltekorten.
De humanitaire crisis is een gevolg van de overstromingen die de maïsoogst deden mislukken. De oppositiepartij Aford benadrukt echter dat de maïsoogst al enkele jaren afneemt omdat het zaaigoed te duur is geworden als gevolg van de afbouw van de landbouwsubsidies. Ook hulporganisaties dringen al lang aan op een herinvoering van de landbouwsubsidies, zodat het basisvoedsel opnieuw betaalbaar wordt voor de allerarmsten. Een zak maïsbloem van 50 kilo kost nu bijvoorbeeld 850 kwacha (13 euro).
Iedereen heeft de voedselcrisis zien aankomen, maar toch heeft niemand kunnen verhinderen dat de situatie zich ontwikkelde tot een hongersnood. Malawi is midden vorig jaar begonnen met de import van maïs uit Zuid-Afrika, Tanzania en Uganda. Dat voedsel bereikt echter het platteland niet. In de Mozambikaanse havens Nacala en Beira ligt bijvoorbeeld 150 ton graan te wachten op transport naar Malawi.
„De regering komt pas in actie nu ze weet dat er mensen sterven”, zegt Collins Magalasi, de coördinator van Netwerk voor Economische Rechtvaardigheid. Volgens Ellard Malindi van het ministerie van Landbouw komt de hulp te laat op gang, maar is dat niet de schuld van de regering: „Vorig jaar juli wisten we al dat er tekorten zouden ontstaan, maar de donors hebben de oogst van dit jaar overschat.”
Dat verhaal wordt niet ontkend door Groot-Brittannië, met 3,3 miljoen dollar een van de grootste donors. De Britse ambassade erkent dat de buitenlandse donors geloofden dat de voedsellevering van maniok, aardappelen en bananen de mislukte maïsoogst zou kunnen opvangen. „Maar wij waren niet op de hoogte van het feit dat de regering van Malawi de maïsvoorraden heeft verkocht”, zegt Michael Nevin van de Britse ambassade. „We wachten nog steeds op een antwoord op de vraag waarom de voorraden verkocht zijn.”
Ondertussen komt de voedselverstrekking op gang. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) wil naar eigen zeggen 10.000 gezinnen (ongeveer 50.000 mensen) bedienen in de tien ergst getroffen districten en heeft daarvoor 798 ton voedsel ter beschikking. Kassam Okhai, woordvoerder van Asian Muslim Relief Aid (AMRA) zegt dat zijn organisatie 25 vrachtwagens met maïsbloem heeft verdeeld over verschillende delen van het land. De hindoe-organisaties in Malawi verdelen voor 5 miljoen kwacha (bijna 700.000 euro) voedsel in de zuidelijke en de centrale districten.