Het gaat om de drievoudige moord die bekendheid kreeg als de Playstation–moorden. De levenslang gestrafte U.U. en E.Z. wilden samen met R.M. een handelaar in Playstation–spelcomputers beroven. De drie zouden hebben gedacht dat er veel buit te halen viel in de woning van de handelaar. Dat viel tegen: 700 euro, wat sieraden en computerapparatuur.

Het gerechtshof in Den Haag bleek in mei vorig jaar overtuigd dat het om moord ging en niet om doodslag. De drie zouden namelijk met elkaar hebben overlegd over wat zij aan moesten met de personen die zij onverwacht in de woning aantroffen. Ze besloten dat alle getuigen dood moesten. Uiteindelijk liquideerden de Schiedammers de vrouw van de computerhandelaar, haar dochter en de vriend van de dochter. De slachtoffers werden geboeid en hun monden werden dichtgeplakt. Met een schot door het hoofd vermoordden de overvallers hen.

De Playstation–handelaar overleefde doordat hij zijn boeien kon losmaken en weg kon komen. Een tweede dochter ontkwam ook aan de moordenaars: zij lag op de bovenverdieping te slapen.