Het OM heeft geen bewijs gevonden dat B. zelf meedeed aan de productie van de zeer verslavende en schadelijke synthetische drugs. Wel was hij betrokken bij de inrichting van het drugslab, dat in Nederland uniek in zijn soort was, zei de officier van justitie. Zo werd ook van afval uit het proces weer een nieuw drugsproduct gemaakt. Dat toont volgens haar de professionaliteit en grootschaligheid aan van het lab. Dat B. er niets van wist, vond de aanklaagster volstrekt ongeloofwaardig.

De waterpolitie ontdekte het drugslab tijdens een routinecontrole op 10 mei vorig jaar nadat de agenten buiten een sterke lucht hadden geroken. In het laadruim waren verschillende ruimtes gemaakt met een afzuigsysteem en kookvoorzieningen. In het ruim was een container geplaatst waarin een grote voorraad grondstoffen stond. Ook zijn op foto’s bakken vol crystal meth, lijkend op ijspegels, te zien.

Tijdens de ontdekking waren drie Mexicanen, onder wie twee broers, er aan het werk. In agenda’s is een soort boekhouding gevonden en op hun mobieltjes stonden foto’s van het resultaat en tekstberichten met hun vermoedelijke opdrachtgevers. Die zijn niet achterhaald en de verdachten zeggen er niets over.

Ze beweren dat ze pas vanaf eind maart op het schip waren, maar de aanklaagster gelooft dat niet. Ze wees erop dat het schip al sinds november 2018 niet meer vaarde en dat begin december 2018 de container erin werd getakeld. Uit die tijd komen ook foto’s die de Mexicanen waarschijnlijk zelf maakten. Volgens de verdediging zijn de Mexicanen „onderknuppels” en moet hun straf lager worden.