‘Ziekenhuizen moeten zich beter voorbereiden op uitval computers’
Ziekenhuizen weten dat ze afhankelijk zijn van computersystemen, maar toch zijn ze zich niet altijd goed genoeg bewust van de risico’s van grote storingen. Daarom moeten ze beter in kaart brengen wat die risico’s zijn, adviseert de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Ook kunnen ziekenhuizen meer oefenen op zulke noodgevallen.
In de afgelopen jaren zijn er meerdere grote computerstoringen bij ziekenhuizen geweest. Zo moest het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel in 2018 de spoedeisende hulp en alle verloskamers sluiten vanwege ICT-problemen. Ook kon niemand er worden geopereerd. Enkele maanden eerder kampte het Radboudumc in Nijmegen met een computerstoring. Ook het VUmc in Amsterdam, het Dijklander Ziekenhuis in Hoorn, het Medisch Spectrum Twente in Enschede, de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar en Den Helder, het Tergooi in Hilversum en Blaricum en de Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn en Zutphen hebben met computerstoringen te maken gehad.
De gemiddelde storing duurt volgens de raad zo’n 17 uur. Artsen en verplegers kunnen dan niet bij de patiëntendossiers. Ze kunnen niet zien welke diagnoses er al zijn gesteld en waar patiënten misschien allergisch voor zijn. Ze zijn afhankelijk van wat ze zien en wat patiënten zelf kunnen vertellen. Dat ging goed en patiënten zijn niet in gevaar geweest, zegt de Onderzoeksraad. Maar na afloop keken de ziekenhuizen niet wat de gevolgen van de storing waren, terwijl ze daar wel van zouden kunnen leren.
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen wil dat ziekenhuizen meer geld kunnen uitgeven aan ICT. „Die ruimte is er nu onvoldoende”, laat voorzitter Ad Melkert weten.