Buitenland

Zeven Amerikanen gedood in Fallujah

Bij een zware autobomaanslag in een buitenwijk van de Iraakse stad Fallujah zijn maandag zeven Amerikaanse mariniers en drie soldaten van de Iraakse Nationale Garde omgekomen. Een onbekend aantal mensen raakte gewond. Dit heeft het Amerikaanse leger bekendgemaakt.

Buitenlandredactie
7 September 2004 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:36

Volgens ooggetuigen werden bij de aanslag twee humvees opgeblazen. Mogelijk was er sprake van een zelfmoordaanslag. De plaats van de aanslag ligt 15 kilometer ten noorden van het centrum van Fallujah. De Amerikanen patrouilleren al sinds april niet meer in Fallujah, een bolwerk van sjiitische opstandelingen. Een medewerker van het ziekenhuis van Fallujah zei dat vier Irakezen gewond waren geraakt toen Amerikaanse militairen nabij de plaats van de aanslag begonnen te schieten. Het Amerikaanse leger had geen commentaar.

Bij Fallujah is maandag ook een onbemand spionagevliegtuig van de Amerikanen uit de lucht geschoten. Inwoners van de stad verzamelden wrakstukken van het toestel en trokken daar juichend en zingend mee door de straten. Volgens het leger is het verlies van het toestel niet ernstig.

Voor het Iraakse bestuur en de coalitie was er maandag nog een tegenslag. Het ministerie van Binnenlandse Zaken meldde dat de meestgezochte man van Irak nog niet is gevangen. Afgelopen weekeinde repten het ministerie van Defensie en twee ministers over de aanhouding van Izzat Ibrahim al-Douri. Maar uit medisch onderzoek is gebleken dat de gearresteerde man een eveneens gezocht familielid van de voormalige vice-president is.

De Amerikaanse strijdkrachten in Irak en de Nationale Garde ontkenden eerder al dat de nummer 6 in het kaartspel van meestgezochte handlangers van ex-president Saddam Hussein was gepakt. De Amerikanen zetten in november 10 miljoen dollar op het hoofd van al-Douri, die volgens hen een sleutelrol in het verzet tegen het nieuwe bewind speelt.

Al-Douri, de voormalige vice-voorzitter van de Iraakse Revolutionaire Commandoraad, is de hoogste nog voortvluchtige vertegenwoordiger van het regime van Saddam. Amerikaanse functionarissen vermoeden dat hij een belangrijke rol speelt bij het organiseren van de opstand tegen de buitenlandse troepen en de nieuwe regering van Irak.

De Democratische kandidaat voor het Amerikaanse presidentschap, John Kerry, wil het Amerikaanse leger binnen vier jaar uit Irak terugtrekken. Op een campagnebijeenkomst in de staat Pennsylvania verklaarde hij maandag dat hij als hij wordt gekozen ernaar zal streven de troepen binnen zijn eerste termijn terug naar de Verenigde Staten te halen.

De oorlog in Irak was volgens Kerry een „verkeerde oorlog op de verkeerde plek op het verkeerde moment.” Volgens de Democratische senator had de 200 miljard dollar die de oorlog kost beter in eigen land aan gezondheidszorg en sociale zekerheid kunnen worden besteed.

Voor vijf gegijzelden die in handen waren van twee groepen Iraakse militanten kwam maandag een einde aan hun gevangenschap. Het gaat om drie Jordaanse, een Sudanese en een Turkse vrachtwagenchauffeur. De chauffeurs uit Jordanië en Sudan waren zondag ontvoerd door de groepering Fallujah Mudjahedien, omdat zij in opdracht van de Amerikanen reden. De Turkse chauffeur werkte voor een transportbedrijf uit Koeweit dat hielp bij de bevoorrading van Amerikaanse troepen in Irak. De onderneming deed zondag een beroep op de ontvoerders de Turk vrij te laten en liet weten geen opdrachten meer in Irak uit te voeren.

In Najaf wilde de Iraakse politie een kantoor van Muqtada al-Sadr doorzoeken. De agenten werden bij het kantoor echter tegengehouden door een groep aanhangers van de radicale sjiitische leider. Zij eisten dat de agenten een huiszoekingsbevel toonden. Volgens een medewerker was Al-Sadr in het kantoor aanwezig. De sjiitische grootayatollah Ali al-Sistani greep in om een eind te maken aan de confrontatie bij het kantoor. Hij liet zowel Al-Sadr als de gouverneur van Najaf bij zich komen om de situatie te bespreken. Na dat onderhoud trokken de agenten zich terug. Over de inhoud van het gesprek bij Al-Sistani is niets bekendgemaakt.

In het noorden van Irak probeerden onbekenden met een aanslag op een aardgasleiding de elektriciteitsvoorziening van verschillende steden te saboteren, meldde de politie. De brandweer wist de brand die ontstond na een half uur te doven. De leiding loopt van de gasvelden van Janbour naar de elektriciteitscentrale van Beiji, die de steden Mosul, Kirkuk en Tikrit van stroom voorziet. De breuk in de leiding zou binnen een dag gerepareerd worden, zei de politie.

Een verslaggever van het Franse persbureau AFP is twee dagen door extremisten in Irak vastgehouden, berichtte AFP zelf maandag. De journalist, Ammar Daham, werd zaterdag in Bagdad ontvoerd en meegenomen naar Fallujah. Daar werd hij mishandeld en ondervraagd. Een dag later belden de daders de familie van de journalist om mee te delen dat zij zich hadden vergist. Later zondag werd hij achtergelaten in de noordelijke stad Ramadi, waar plaatselijke bewoners hem snel naar het ziekenhuis brachten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer