LPF: Verbied moskees om op te roepen tot gebed
De LPF in de Tweede Kamer wil moskeeën verbieden via een geluidsinstallatie op te roepen tot gebed. CU en SGP steunen het pleidooi, het CDA ziet er niets in.
LPF-kamerlid Nawijn dringt er in schriftelijke vragen aan minister Verdonk van Integratie op aan de islamitische gebedsoproep in de ban te doen. Veel burgers ergeren zich volgens Nawijn aan de religieuze boodschappen die iedere vrijdag vanaf moskeeën klinken.
Een vergelijking met het luiden van kerkklokken vindt hij niet opgaan. Het klokgebeier bevat geen religieuze boodschappen, de wekelijkse oproepen van moskeeën wel. Een islamitische gebedsoproep vindt hij een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die gevoelens van vervreemding en verwarring onder burgers veroorzaakt.
Aanleiding voor Nawijn om bij minister Verdonk aan de bel te trekken is de beroering die in Zeist is ontstaan over de gebedsoproepen van een moskee. Inwoners van een aanpalende wijk hebben bij het gemeentebestuur geprotesteerd tegen de geluidsoverlast.
Zowel CU-fractievoorzitter Rouvoet als SGP-kamerlid Van der Staaij zegt sympathiek te staan tegenover het voorstel van Nawijn. Zijn standpunt dat een gebedsoproep niet op één lijn is te stellen met het klokgelui delen ze volledig. „Een oproep vanaf een moskee is veel indringender. Maar los daarvan staat het luiden van een kerkklok in een bepaalde traditie. Het christelijk geloof is niet op één lijn te stellen met de islam”, zegt Van der Staaij.
Rouvoet zegt grote waarde toe te kennen aan de vrijheid van godsdienst. „Daar hechten we zeer aan. Maar dat wil niet zeggen dat we onbeperkt allerlei religieuze uitingen moeten toestaan. Onze cultuur wordt door het christendom gekenmerkt en daarom hebben we er grote moeite mee als de publieke ruimte voor alles wordt opengesteld wat zich aandient. Er is ook wel eens geprobeerd om de vrijdag voor moslims en de zaterdag voor Joden gelijk te schakelen aan de zondag. Zo’n gedachte gaat voorbij aan de eigen geschiedenis van ons land. Dat heeft niets te maken met discriminatie.”
Wel benadrukt Van der Staaij dat bij een verbod op islamitische gebedsoproepen niet van de weeromstuit ook het luiden van kerkklokken aan banden mag worden gelegd onder het argument dat godsdienst een privé-aangelegenheid is. „Dat zou een onaanvaardbare consequentie zijn.”
CDA-kamerlid Sterk ziet niets in een landelijk verbod. „Als een moskee in een wijk staat waar overwegend moslims wonen, is er doorgaans geen enkel probleem. Als er sprake is van overlast, zie ik veel meer in overleg. Zou een moskeebestuur hier niet voor openstaan, dan heeft een gemeentelijke overheid altijd nog de mogelijkheid om de overlast aan banden te leggen door beperkingen op te leggen. Ik zie dus niet in waarom de landelijke overheid zou moeten ingrijpen.”