Christus zegt dat het lichter voor een kemel zal zijn door het oog van een naald te gaan, dan dat velen hun gekoesterde zonden verlaten om het koninkrijk van God te winnen. Wat zal ik meer zeggen? Wanneer Christus Zelf uit de hemel zou afdalen in deze eeuw en de mensen zou vermanen tot boetvaardigheid van het leven, dan geloof ik dat ze Hem wel gehoor zouden geven en laten zeggen wat Hem belieft. Maar ik vrees dat ze zouden doen wat hun goed dacht. Al Zijn predikaties en al Zijn wonderwerken die Hij heeft gedaan zouden de goddelozen niet meer bekeren dan de Joden in Zijn tijd. Ja, ze zouden liever als de Joden Christus weer kruisigen eer zij een zonde in zichzelf zouden doden en afleggen, of hun boze lusten verlaten.De zonden zijn in ons zo diep geworteld dat wij onszelf niet kunnen dwingen om de boosheden te verlaten. Want de huidige christenheid is snoder dan de heidenen, want bij hen wonen nog niet zulke vuile, dodelijke en stinkende zonden als die nu bij ons wonen en over ons heerschappij voeren.

Als iemand zou menen dat deze gouden trompet te onbarmhartig klinkt, laat die zijn leven dan beteren. Want ik verklaar dat ik niemand vrees dan alleen God, Wiens waarheid ik predik. Ik vrees ook niet voor mijn eigen leven, indien ik het mocht verliezen om het Evangelie. Ik spreek ook niet tot lof van mensen, want dat is maar ijdelheid.

John Andrews, predikant te Schotland (De gouden trompet, 1645)