Economie

Nederlandse champignon dreigt uit schap te verdwijnen

Hij is een populair bestanddeel in veel maaltijden: de champignon. Bij het doen van de weekboodschappen deponeert de doorsneeconsument schijnbaar achteloos het blauwe bakje in zijn winkelwagentje. Land van herkomst: Nederland. Hoe lang nog?

5 February 2020 18:23Gewijzigd op 16 November 2020 18:10
De oogst van champignons voor verse consumptie gebeurt met de hand. Dat steekt nauw: de plukster moet oog hebben voor de ontwikkeling van de paddestoelen. Champignons zijn maar een halve dag in het best betaalde groeistadium. beeld VidiPhoto
De oogst van champignons voor verse consumptie gebeurt met de hand. Dat steekt nauw: de plukster moet oog hebben voor de ontwikkeling van de paddestoelen. Champignons zijn maar een halve dag in het best betaalde groeistadium. beeld VidiPhoto

Albert Heijn verkoopt deze week een bakje fijne witte champignons van 250 gram voor 0,95 euro. Omgerekend is dat 3,80 euro per kilo. Bij Jumbo en Coop betaalt de klant dezelfde prijs. PLUS schaart champignons onder zijn producten die ”blijvend” laag geprijsd zijn, en vraagt voor zo’n bakje slechts 89 eurocent (3,56 euro per kilo). De kiloprijs van een voordeelverpakking van 400 gram ligt bij alle supermarkten nog een paar dubbeltjes lager.

Let wel, dit zijn normale consumentenprijzen. Bij acties gaan de bakjes champignons soms voor minder dan 50 cent langs de kassa. „Dat is ver onder de kostprijs. Mensen krijgen het idee dat ze voor zo’n product vrijwel niets hoeven te betalen”, zegt Ko Hooijmans, tot voor kort voorman van de Nederlandse paddenstoelenkwekers.

Twee jaar geleden luidde hij de noodklok. Hooijmans voorspelde dat er binnen vijf jaar geen Nederlandse champignons meer in het winkelschap zouden liggen. Oorzaak: de kwekers krijgen al jaren te weinig voor hun product betaald om het hoofd boven water te houden.

Cijfers liegen niet. Het aantal kwekerijen in Nederland neemt dramatisch af, van meer dan 500 in 2000 tot ongeveer honderd nu (zie grafiek). Ook de beteelde oppervlakte –champignons groeien op bedden in cellen met een geconditioneerd klimaat– is sterk teruggelopen. Schaalvergroting heeft de krimp niet opgevangen.

Faillissement

Vorige zomer drukte het faillissement van Champworld in Ammerzoden, een bedrijf met zeven kwekerijen plus een eigen verkooppoot, de branche met de neus op de feiten. Eind november kwam daar een nieuwe schok bij: de leden van de in 1953 opgerichte coöperatieve compostfabrikant CNC besloten hun organisatie op te heffen en de onderneming te koop te zetten.

Het lijkt erop dat de Nederlandse champignonsector in de uitverkoop gaat, ondanks het feit dat deze qua kennis en innovatie aan de wereldtop staat. De champignondagen in Den Bosch, ’s werelds grootste vakbeurs, trokken vorig jaar 115 deelnemers uit 84 landen. „De kennis zit hier. Maar om die te kunnen blijven ontwikkelen is een thuismarkt van voldoende omvang nodig. Die dreigt onder het kritieke niveau te zakken”, zegt Hooijmans.

De 70-jarige kweker, die zijn bedrijf inmiddels aan zijn zoon heeft overgedaan, is nog altijd sterk begaan met de sector. Afgelopen najaar trad hij na veertien jaar af als voorzitter van de vakgroep paddenstoelen van land- en tuinbouworganisatie LTO maar hij blijft actief voor enkele projecten.

Hooijmans voerde de afgelopen twee jaar gesprekken met grote supermarktketens als Jumbo, Albert Heijn, Coop en Lidl. Het enige resultaat van zijn offensief is dat de prijsdaling niet verder heeft doorgezet. Van herstel is echter geen sprake. „Ze waarderen ons product maar als het om betalen gaat, verschuilen ze zich achter elkaar”, zegt hij.

Hij heeft geprobeerd op de emotie in te spelen. „Ik was op het hoofdkantoor van Jumbo en zei: Kijk eens naar die mooie kwekerijen in Kerkdriel, Boekel en Horst, wat kunnen jullie doen om die te versterken? De directie vond mijn pleidooi heel nobel maar gaf aan zich te blijven richten op de prijzen van Aldi en Lidl. Ik zei: Dat zijn Duitse bedrijven; jullie zijn een Nederlandse keten en het gaat hier om Nederlandse kwekers. Maar het hielp niets.”

Lambert van Horen is onderzoeker tuinbouw bij de Rabobank. „Ko Hooijmans luidt terecht de noodklok”, zegt hij. „We moeten wel onderscheid maken tussen teelt voor de conservenindustrie –waarbij de champignons machinaal worden geoogst– en voor de versmarkt – die worden met de hand geplukt. Met name die laatste bedrijven hebben het slecht. Dat heeft te maken met de arbeidskosten. De kostprijs op telersniveau is ongeveer 1,60 tot 1,75 euro per kilo. Daarin zitten 65 tot 70 cent aan arbeidskosten. In Polen is dat 25 cent per kilo. Een groot verschil.”

Volgens Van Horen konden Nederlandse kwekers begin deze eeuw een deel van het verschil nog goedmaken doordat ze een hogere productie per vierkante meter wisten te behalen. „Maar de Polen hebben de teelt tegenwoordig goed onder de knie.”

Nederlandse kwekers zijn niet alleen van de eigen supermarkten afhankelijk. Twee derde van de champignons gaan de grens over, naar klanten in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, België en Frankrijk. Maar Polen is als grootste Europese exporteur een geduchte concurrent.

Door de slechte verdiensten staat de ontwikkeling in de sector vrijwel stil. Veel bedrijven bloeden langzaam dood, zegt Van Horen. „Vaak is er nog wel liquiditeit, maar de bebouwing is verouderd en er is geen geld voor investeringen. Doorbraken op technisch gebied blijven uit. Al in 1984 waren er ideeën om de handoogst te robotiseren. Maar dat is nog steeds niet gelukt.”

Sommige telers leggen zich toe op nichemarkten, zoals biologische champignons. „Voor een enkeling is dat een manier om te overleven. Maar voor grotere bedrijven is dat geen haalbare kaart.”

Lichtpuntjes

Toch zijn er wel lichtpuntjes, zegt Van Horen. „Banken, een groot handelsbedrijf met eigen teelt, zet sinds kort champignons met extra vitamine D op de markt. Het vitaminegehalte kun je na de oogst met licht beïnvloeden, want een champignon groeit dan nog even door. Ik denk ook aan de trend naar de consumptie van minder vlees. De champignon is een vleesvervanger en dus eigenlijk een heel modern product dat jongeren aanspreekt.”

Hij vindt het opvallend dat in de Verenigde Staten de rendementen in de champignonteelt wél goed zijn. „Veel bedrijven daar combineren handel en teelt. Die kunnen de productie afstemmen op de vraag. Om de vraag te bevorderen, investeren ze in promotie. Dat laatste gebeurt in Nederland te weinig. De consumptie is hier in twintig jaar nauwelijks gestegen.”

Kweker weigert bij de pakken neer te gaan zitten

Zijn champignons groeien in een dikke laag compost op metalen stellingen, zes lagen hoog in hermetisch afgesloten cellen met een computergestuurd klimaat: vochtig (relatieve luchtvochtigheid 84 procent) en niet al te warm (18 graden). „We bootsen hier de natuurlijke groeiomstandigheden in de herfst na”, legt kweker Marc van Doremaele (43) uit.

Het bedrijf in het Gelderse Velddriel is met zestien cellen en een totale teeltoppervlakte van 6600 vierkante meter een relatief grote kwekerij voor de zogeheten versmarkt, dat wil zeggen dat de kleine witte paddenstoeltjes onbewerkt worden verkocht. Van de ongeveer honderd champignonkwekerijen die Nederland anno 2020 nog telt, zijn er pakweg zeventig in dit segment actief. De overige leveren champignons aan de conservenindustrie.

De oogst gebeurt met de hand. Veertig pluksters, meest jonge Poolse vrouwen, doen dit werk. Tijdens een vlucht (periode waarin champignons oogstrijp worden) gaan de pluksters twee tot drie keer per dag de bedden langs. Nijvere handen trekken de champignons omhoog, snijden de voetjes eraf en deponeren ze in de bekende blauwe bakjes. Het werk steekt nauw. „Een plukster moet kunnen beoordelen welke champignons oogstrijp zijn. De prijs die ik ontvang, hangt af van de kwaliteit. Daarvoor zijn de witheid en de mate van geslotenheid belangrijk.”

Van Doremaeles champignons gaan naar supermarkten en groothandelaren in Europa. Maar ook in het Midden-Oosten en zelfs in Singapore liggen ze in winkels. „Wij staan bekend om de hoge kwaliteit van ons product”, verklaart hij.

Van de 2 miljoen kilo die hij jaarlijks aflevert, blijft de helft in Nederland. Maar die wordt onvoldoende betaald, vindt de kweker. „Gemiddeld over alle sorteringen ontvang ik ongeveer 1,50 euro per kilo. Dat zou minstens 2 euro moeten zijn, wil ik de stijgende kosten voor arbeid, grondstoffen en energie kunnen opvangen.”

Probleem is dat supermarkten naar elkaar kijken, weet hij. „Het maakt ze eigenlijk niet uit voor welke prijs ze champignons verkopen, maar ze willen niet afwijken van de concurrent. Ik wil niemand de schuld geven van de misère in onze sector, maar ik vind wel dat de koek eerlijker verdeeld moet worden.”

Ook zou de consument Nederlands product meer mogen waarderen, vindt Van Doremaele. „Duitsers betalen voor Duitse champignons 20 cent extra.”

Als de sector verdwijnt, zullen champignons uit het buitenland moeten komen. De kweker voorspelt dat de kwaliteit dan achteruit zal gaan en de winkelprijs zal stijgen, onder meer door de extra transportkosten.

Intussen weigert Van Doremaele om bij de pakken neer te gaan zitten. „Ik heb dit bedrijf vanaf 1999 opgebouwd.” Hij probeert zijn klanten een breder pakket aan te bieden. Zo verkoopt hij tegenwoordig mixverpakkingen van witte champignons met kastanjechampignons, oesterzwammen en shiitakes, paddenstoelen die hij bij andere kwekers betrekt. Ook experimenteert hij met een kartonnen verpakking, als duurzaam alternatief voor het plastic blauwe bakje.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer