Amsterdamse huiseigenaar slaat slaatje uit koophuis
Steeds meer huiseigenaren in Amsterdam die een andere woning kopen of bijvoorbeeld gaan samenwonen, houden hun eerste huis aan om te verhuren. Dit zogeheten leave-to-let is een nieuwe trend op de hoofdstedelijke woningmarkt, zo blijkt uit het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in Amsterdam (WiA) over 2018 en 2019.
Het aantal koopwoningen daalde in die periode met 3000, een trendbreuk ten opzichte van de jaren ervoor. Tegelijk neemt particuliere huur een steeds grotere positie in. Dat komt door de hoge vlucht van buy-to-let: het kopen van woningen door beleggers om ze (duur) te verhuren. Steeds meer mensen zijn daardoor aangewezen op dure huurwoningen. De gemiddelde huurprijs in de particuliere vrije sector was de afgelopen twee jaar 1286 euro.
Volgens de opstellers van het rapport zijn de mogelijkheden om in Amsterdam nog een betaalbare woonruimte te vinden, verder afgenomen en wordt Amsterdam „steeds meer een stad voor mensen met hoge inkomens”.
Wethouder Laurens Ivens (bouwen en wonen) doet wat hij kan om woonruimte ook voor de smallere portemonnee bereikbaar te houden. „De vraag om sociale en middeldure woningen is enorm, maar er komen juist nog meer dure woningen. Daarom is het nodig om in te grijpen en er alles aan te doen om nieuwe betaalbare woningen bij te bouwen. Afspraken met corporaties en marktpartijen gaan daaraan bijdragen, maar ook nieuwe maatregelen, zoals de zelfwoonplicht voor nieuwbouwwoningen, blijven hard nodig.”