Geen verbod op gas als autobrandstof
Minister Pronk van Milieu is niet van plan het gebruik van gas als brandstof voor auto’s te verbieden. Vanuit milieuoogpunt is het gebruik ervan aan te bevelen. Wel zullen honderden opslagplaatsen en gastankstations moeten sluiten.
Pronk beloofde de Tweede Kamer maandag tijdens de behandeling van het vierde Nationaal Milieubeleidsplan dat hij voor het eind van dit jaar een lijst naar de Kamer zal sturen waarop staat welke bedrijven vanuit het oogpunt van veiligheid zo snel mogelijk dicht moeten of een andere locatie moeten zoeken. Het gaat daarbij niet alleen om lpg-stations, maar bijvoorbeeld ook om ammoniakinstallaties en opslagplaatsen voor bestrijdingsmiddelen.
Veiligheid van de leefomgeving is een thema dat hoog op de politieke agenda staat sinds de rampen in Enschede en Volendam. Het thema is dit jaar voor het eerst opgenomen in het Nationaal Milieubeleidsplan.
Volgens Pronk is het probleem van de onveiligheid sluipenderwijs ontstaan. Eenmaal voldeed een bedrijf wel aan de normen en kreeg het een vergunning, maar door aanscherping van de eisen of door uitbreiding van de activiteiten zijn er langzamerhand tal van onveilige situaties ontstaan.
In het Nationaal Milieubeleidsplan schrijft Pronk dat zo’n 500 van de 4000 verkooppunten voor autogas moeten sluiten. In een nota over veiligheid die enkele maanden geleden werd gepresenteerd, suggereerde de bewindsman uit het oogpunt van veiligheid lpg als autobrandstof helemaal te willen verbieden.
Daar kwam hij maandag op terug: „Het is niet de bedoeling lpg uit te bannen, maar we kunnen tankinstallaties in dichtbebouwde gebieden niet langer handhaven." Ook andere onveilige installaties en opslagplaatsen in en bij woongebieden moeten verdwijnen. In de lijst die de bewindsman zal presenteren, staat om welke bedrijven het gaat. De ondernemingen die moeten verhuizen, zullen door het Rijk worden uitgekocht. Daarvoor zijn waarschijnlijk enkele miljarden guldens nodig. Dat geld is nog niet gereserveerd.
Windmolens
Minister Jorritsma van Economische Zaken, die maandag ook bij het overleg aanwezig was, haalde fel uit naar partijen en organisaties die mooie woorden spreken over windenergie, maar zich in de praktijk fel verzetten tegen plaatsing van turbines. „Wind is onmisbaar, dus andere belangen moeten minder zwaar wegen", aldus de bewindsvrouw. In de Tweede Kamer verzetten D66, GroenLinks en SP zich fel tegen een windmolenpark in de Waddenzee vanwege het natuurbelang aldaar.