Dr. C. P. de Boer: Er is één kerk of er is geen kerk
Volgens verschillende vooraanstaande mensen staat mijn kerkverband, de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland (CGK), op het punt te scheuren. Maar kan een kerk scheuren? En als dat kan, wie van de twee is dan de kerk? Wat is eigenlijk de kerk?
Het concrete breekpunt in de CGK is de Schriftvisie van de kerkenraad van Zwolle. Zwolle belijdt dat een relatie in trouw en liefde tussen twee mensen van hetzelfde geslacht een huwelijk is, zoals Éfeze 5 dat beschrijft. Wat deze kerkenraad al decennia ziet en sinds kort naar buiten brengt, ziet de rest van de CGK nog niet. Dat gebrek aan nieuw inzicht zou de oorzaak van de oplopende spanning zijn. Geleid door de tijdgeest is hij tot het inzicht gekomen dat de Bijbel moet plaatsmaken voor opvattingen van onze cultuur.
Met missionair elan propageert de Zwolse kerkenraad deze visie. Overtuigd van eigen gelijk dwingt hij de CGK ruimte te bieden voor zijn standpunt. Hij verwijt de CGK een categorie mensen af te wijzen, als zijn standpunt niet wordt overgenomen of gedoogd.
Wie tegen zijn standpunt is, is tegen samenwonende mensen van hetzelfde geslacht. Wie voor deze visie is, aanvaardt of gedoogt praktiserende homoseksuelen aan de avondmaalstafel. In dit frame presenteert Zwolle de discussie. Maar hét breekpunt ligt op een ander vlak. Het felle debat in de CGK behelst ten diepste de vraag wat in Bijbelse zin een kerk is.
Het breekpunt dat Zwolle voor de CGK dreigt te worden, zijn andere plaatsnamen voor andere kerkverbanden. Welke emoties roepen namen als Gouda en Utrecht bij velen in kerkelijk Nederland op? Of de daaraan verbonden jaartallen 1953 en 2004? Wat een pijn gaat achter deze plaatsnamen en jaartallen schuil. Wordt Zwolle voor de CGK zo’n naam en 2020 zo’n jaartal?
Bezinning
Door deze verschillende verdrietige gebeurtenissen speelt steeds de vraag: wat is een kerk? Is een kerkverband een of dé kerk? Is de CGK of een ander kerkverband één van de kerken? Stel dat een kerkverband uiteenvalt, is er dan sprake van een kerkscheuring? Zijn er dan twee kerken? Wie van deze twee is dan dé kerk?
Door deze teleurstellende ervaringen zoeken sommige kerkmensen elkaar op in andere verbanden. In de ontmoeting over kerkmuren heen willen zij de gemeenschap der heiligen beoefenen. In 2020 bestaat de kerk niet meer, zo constateren zij met verdriet. Hoogstens plaatselijk. Deze plaatselijke kerken zijn georganiseerd in een kerkverband, dat historisch is gegroeid en bepaalde kenmerken bezit. Waar mogelijk werkt men samen met andere kerkverbanden. Of participeren leden van diverse kerkverbanden in een interkerkelijke stichting.
Echter, in het Nieuwe Testament komt het meervoud ”kerken” in de zin van ”kerkverbanden” niet voor. De woorden ”kerkverband” of ”interkerkelijk” ook niet. Volgens het Nieuwe Testament is er één kerk of geen kerk.
Ekklèsia
Voor een aanzet tot een Bijbelse bezinning is het goed om in hoofdlijnen na te gaan hoe het Nieuwe Testament over de kerk spreekt; in het bijzonder Paulus. Zijn meest gebruikte uitdrukking voor kerk is het woord ekklèsia.
In Paulus’ tijd betekent ekklèsia vaak ”een bijeenkomst van de stadsburgers”, in de Griekse vertaling van het Oude Testament ”een bijeengeroepen vergadering”. Israël bijvoorbeeld heet in de Griekse vertaling van Deuteronomium ”een ekklèsia”. God heeft dit volk bijeengeroepen. Onder Zijn leiding trekt Israël op naar het beloofde land om Hem daar in vrijheid te dienen.
Paulus ontvouwt deze oudtestamentische gedachte. Hij noemt allen die in Christus geloven en door de doop tot Zijn gemeente behoren een ekklèsia. Zij zijn door God bijeengeroepen. Zij zijn een geloofsgemeenschap onderweg naar het hemelse Kanaän. Deze gemeenschap is verenigd in één geloof, dat men door genade samen en persoonlijk belijdt.
Paulus gebruikt het woord ekklèsia voor de hele christenheid van zijn dagen, dus voor plaatselijke en regionale kerken. Elke gemeente vertegenwoordigt de gehele kerk. Omgekeerd is de hele kerk in elke afzonderlijke gemeente aanwezig. Naast ekklèsia gebruikt Paulus ook het beeld van het lichaam. De gemeente is het lichaam van Christus. Sinds de hemelvaart is haar Hoofd Christus aan Gods rechterhand. Sinds Pinksteren regeert de verhoogde Jezus door Zijn Geest Zijn lichaam. Hij vervult Zijn lichaam met Hem. De Geest verbindt de gemeente met haar Hoofd.
Door de doop zijn gemeenteleden en hun kinderen in Christus’ lichaam ingelijfd. Door wedergeboorte en geloof eigenen zij zich toe wat zij in Christus hebben. Aan de avondmaalstafel verzekert Christus hun dat zij tot Zijn lichaam behoren. Het ware geloof verenigt hen met én door Hem met de Vader en met de Geest.
Eenheid
Christus’ lichaam is de kerk, zo stelt Paulus. Deze kerk is wereldwijd. Voor de nieuwtestamentische christen bestaat maar één kerk. Om die reden raadpleegde een lokale kerk bij principiële vragen altijd de andere kerken. De plaatselijke gemeente wilde de eenheid met de andere kerken bewaren. Omgekeerd werd door elke plaatselijke kerk aanvaard wat in gezamenlijkheid in Jeruzalem besloten werd. Vanuit deze eenheid hielden de eerste christenen elkaar vast. Deze eenheid verbond hen samen met het Hoofd van de kerk, Jezus Christus. Aan Hem ontleenden zij hun identiteit. In gemeenschap met Christus beoefenden zij de gemeenschap der heiligen.
Concreet gaven zij deze eenheid gestalte door de navolging van hun Heere en Hoofd, Jezus Christus. Zij volgden Hem door bewogen om te zien naar kwetsbare leden in hun midden en door zich te ontfermen over armen, zieken en stervenden aan de zelfkant van de samenleving. Zij wilden niet rusten totdat Zijn werk in woord en daad tot aan de uiterste einden van de wereld bekend zou zijn en deden dit in het vaste geloof dat Zijn Koninkrijk komt.
Het onderhouden van de eenheid met allen die hetzelfde geloof belijden, bewaart voor eenzijdigheden. Deze eenheid verbindt de kerk met Israël, het volk van Gods verbond. De Schrift bewaart en begrenst de eenheid. Wie Gods Woord prijsgeeft aan de tijdgeest verlaat de kerk. Wie trouw is aan de Schrift is geroepen om zich te verenigen met allen die buigen voor het gezag van Gods Woord en hetzelfde geloof belijden. Laten we worden wat wij zondag belijden te zijn: een heilige, algemene, christelijke kerk.
De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Sliedrecht (Beth-El). Hij volgt dr. M. Klaassen op als vaste scribent van Toegespitst.