Coronavrees drukt olieprijzen
De olieprijzen staan onder druk vanwege de uitbraak en de verspreiding van het nieuwe coronavirus. Doordat in grote delen van China het openbare leven goeddeels plat ligt, is de vraag naar olie ook minder. Het olieverbruik in het land ligt momenteel een vijfde lager dan normaal.
Een vat Amerikaanse olie werd maandag kort na het slot van de Europese beurzen voor minder dan 50 dollar verhandeld. Brentolie verloor 3,5 procent tot 54,64 dollar per vat. De olieprijzen staan daarmee op het laagste punt in ongeveer een jaar tijd. De zogeheten termijncontracten voor olie werden verder voor een lagere prijs gesloten dan het huidige prijsniveau. Ook dat is een teken aan de wand dat het einde van de daling nog niet in zicht is.
Bezorgdheid over een wereldwijde overvloed lijkt de landen van oliekartel OPEC en zijn bondgenoten ertoe te bewegen om een spoedvergadering te houden. Zij zouden kunnen beslissen de olieproductie verder omlaag te brengen in een poging de prijzen te stabiliseren. Momenteel zijn dergelijke afspraken al van kracht.
In China slaan raffinaderijen onverkochte aardolieproducten, zoals benzine en kerosine op. Maar de voorraden groeien elke dag en de opslaglimieten worden bereikt. Verschillende marktkenners spreken van een schok in de oliemarkt die de prijzen nog verder kan drukken.