Bij Ahold Delhaize kwamen eind 2016 dreigmails binnen waarin stond dat het bedrijf 377.777 euro in bitcoins moest betalen, anders zouden producten in willekeurige filialen worden vergiftigd met 2,4-Dinitrophenol (DNP). Om het dreigement kracht bij te zetten, werd aangekondigd dat pakketjes DNP onderweg waren naar AH-filialen in Haarlem, Groningen, Den Haag en het hoofdkantoor in Zaandam.

De gifzendingen werden onderweg door de douane onderschept, waarna uit onderzoek bleek dat de pakketjes op het dark web waren besteld bij een Engelse handelaar. Via hem kwam G. in beeld. Toen de politie begin 2017 ontdekte dat de Brabander op het dark web handelde in templates om vals geld te maken, werd hij opgepakt.

Dat was volgens de aanklaagster het moment waarop de recherche begon de stukjes van een uiterst complexe digitale puzzel verder in elkaar te passen. Een belangrijke doorbraak volgde toen op een in beslag genomen USB-stick tekstbestanden bleken te staan die nagenoeg gelijk waren aan de dreigmail die Ahold Delhaize had ontvangen. Ook dook een briefje op met het adres waarop Ahold Delhaize de bitcoins moest storten.

„Deze verdachte had niet alleen het adres, hij beschikte ook over de wachtwoorden, heeft ze genoteerd en die notitie gefotografeerd. Bovendien beschikte hij over alle gegevens van het mailaccount waarmee de DNP is besteld. Voor ons staat vast: dit is de afperser”, zei de aanklaagster. Zij verweet hem Ahold „in het hart” te hebben getroffen en het onderzoeksteam steeds „geraffineerd” zand in de ogen te hebben gestrooid.

De ontkennende G. zegt dat hij is bedreigd en is gedwongen hand- en spandiensten te verlenen aan criminelen die op het dark web zijn identiteit hadden achterhaald. „Ik leef al zeven jaar in een nachtmerrie”, zei hij. „Hij zat in de tang”, beaamde zijn raadsman. Die vroeg - de valsemunterij uitgezonderd - vrijspraak.

De uitspraak is 21 februari.