De Russen en Israëliërs hebben al vaker gesproken over samenwerking in de strijd tegen terrorisme. Maar tot nu toe waren de Russen terughoudend om Israëlische adviezen aan te nemen. De reden daarvan is dat Rusland de Tsjetsjeense kwestie ziet als een Russisch probleem.

De Israëlische premier Ariel Sharon voerde zondag een telefoongesprek met de Russische president Vladimir Poetin. Volgens een verklaring van het kantoor van Sharon werden de twee het eens over toename van samenwerking tussen beide landen.

Sharon stond zondag tijdens de kabinetsvergadering stil bij het gijzelingsdrama in Noord-Ossetië. „Afgelopen vrijdag was de hele wereld geschokt over het gruwelijke bloedbad dat werd aangericht door terroristen in Rusland”, zei Sharon volgens een regeringsverklaring. „Het werd opnieuw bewezen dat terrorisme geen onderscheid maakt tussen bloed en bloed, tussen volwassenen en kinderen.”

Behalve het terreurprobleem zal ook Moskous betrokkenheid bij het vredesproces ter sprake komen. Moskou steunt de routekaart, een vredesplan voor het Midden-Oosten dat tevens gedragen wordt door de VS, de Europese Unie en de VN en dat nog steeds niet is uitgevoerd.

Lavrov zal ontmoetingen hebben met premier Sharon, zijn ambtgenoot Silvan Shalom, president Moshe Katsav, minister Ehud Olmert (Arbeid, Industrie en Handel) en oppositieleider Sjimon Peres. Het bezoek aan Israël maakt deel uit van een rondreis door het Midden-Oosten van de Russische bewindsman. Hij heeft naar aanleiding van het gijzelingsdrama in Beslan het bezoek aan Israël met een dag verkort.

Lavrov reist vanavond door naar Damascus. Hij zal daar naar verwachting een boodschap doorgeven waarin de Israëlische regering Syrië maant de steun aan terreurgroepen stop te zetten. De Israëlische minister Shaul Mofaz (Defensie) zei zondag dat Damascus terreurorganisaties leiding en financiële hulp geeft. Er bestaat echter geen bewijs dat in Syrië gestationeerde terreurgroepen betrokken waren bij de tweevoudige bomaanslag op bussen vorige week in Beersheva.