Zelfkritiek in Midden-Oosten door beelden uit Beslan
De beelden van dode, gewonde en getraumatiseerde schoolkinderen na de bloedige ontknoping van het gijzelingsdrama in een school in het Zuid-Russische Beslan hebben zaterdag onder moslims in het Midden-Oosten een golf van zelfkritiek losgemaakt en nieuwe bezorgdheid gewekt over een internationale terugslag tegen de islam en zijn aanhangers.
Arabische leiders, moslimgeestelijken en gewone ouders veroordeelden de terreuractie. Sommigen waarschuwden dat zulke acties het aanzien van de islam meer schaden dan al zijn vijanden kunnen hopen. Zelfs enkele aanhangers van de radicale islam veroordeelden de actie, hoewel zeker één beweerde dat er Joden achter zaten.
”Heilige strijders” uit het Midden-Oosten steunen al lange tijd hun geloofsgenoten in Tsjetsjenië. Russische functionarissen zeggen dat onder de bezetters van de school in Beslan negen of tien Arabieren waren. Veiligheidsfunctionarissen in het Midden-Oosten kunnen nog niet zeggen welke nationaliteiten de dode Arabische terroristen hadden, maar een vooraanstaande Arabische journalist schreef dat moslims het pijnlijke feit onder ogen moeten zien dat moslims de voornaamste plegers van terrorisme zijn.
„Onze terroristische zonen zijn een eindproduct van onze gecorrumpeerde cultuur”, schreef Abdulrahman al-Rashed, algemeen directeur van de televisiezender Al-Arabiya in zijn dagelijkse column in de krant Asharq Al-Awsat, onder de kop ”De Pijnlijke Waarheid: Alle Wereldterroristen zijn Moslims!”
Al-Rashed somde een waslijst aan recente terreuraanslagen in Rusland, Irak, Sudan, Saudi-Arabië en Jemen op, gepleegd door extremistische islamitische groepen, die zich veelal laten inspireren door de ideologie van Osama bin Laden. Volgens hem kunnen moslims het beeld dat van hen is ontstaan alleen zuiveren als „wij de schandalige feiten toegeven”, in plaats van ze te veroordelen of te rechtvaardigen. „Het beeld is vernederend, pijnlijk en schrijnend voor ons allemaal.”
Ahmed Bahgat, een Egyptische islamist, schreef in Al-Ahram dat de beelden uit Rusland „moslims tonen als monsters die zich voeden met het bloed van kinderen en de pijn van hun gezinnen.” Alle vijanden van de islam bij elkaar hadden het beeld niet zo kunnen beschadigen „als de zonen van de islam hebben gedaan met hun stommiteit, misrekeningen en onbegrip van de aard van dit tijdperk”, aldus Bahgat.
Andere islamisten waren voorzichtiger in hun kritiek. Mohammed Mahdi Akef, leider van de in Egypte verboden Moslimbroederschap, zei dat de gijzeling in de school niet paste in het concept van jihad of heilige oorlog, maar waakte ervoor om de actie een terreurdaad te noemen. „Wat gebeurd is, is geen jihad, omdat onze islam ons verplicht de zielen van mensen te respecteren. Echte jihad moet zich richten op bezetters van ons land, zoals het Palestijnse en het Iraakse verzet.”
Ali Abdullah, een ultraconservatieve salafiet uit Bahrein, noemde de gijzeling „onislamitisch” en gaf een nieuwe draai aan een oude samenzweringstheorie: „Ik twijfel er niet aan dat dit het werk is van de Israëliërs, die het beeld van moslims willen bezoedelen en samenwerken met de Russen, die hun eigen agenda hebben tegen de moslims in Tsjetsjenië.”