Prof. Harinck: Vrijheid van onderwijs voorkwam anarchie
Doordat de overheid de vrijheid van richting ging financieren, kreeg zij controle op de onderwijsrichtingen. Op die manier heeft de vrijheid van onderwijs zoals wij die kennen, anarchie voorkomen.
Dat is de stelling van prof. dr. George Harinck, hoogleraar geschiedenis aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam en de Theologische Universiteit Kampen. De historicus hield dinsdag in Amsterdam een lezing over Abraham Kuyper. Het is dit jaar een eeuw geleden dat Kuyper, die de VU heeft gesticht, is overleden.
Tijdens zijn leven heeft Kuyper invloed gehad op allerlei zaken in kerk, politiek, media en organisatie. Hij stichtte een kerk, een politieke partij en een universiteit. Wat is daar nog van over, vroeg prof. Harinck zich af. „In onze eeuw is Kuypers hand nog te kennen in de vormgeving van de vrijheid van onderwijs, in een vrije universiteit die religie insluit, in de structuur van ons omroepbestel en in ons politieke partijenstelsel.”
Kuyper verdedigde de juridische gelijkheid van iedere religie, aldus prof. Harinck. „Met zijn beklemtoning van het bestaan en het recht van concurrerende levensbeschouwingen binnen één samenleving was hij zijn tijd een eeuw vooruit.”
Het was Kuyper die religie concreet en zichtbaar maakte, stelt de hoogleraar. „Vóór de negentiende eeuw was het gebinte van de samenleving christelijk. Wie in de negentiende eeuw zo bleef leven, werd ineens zichtbaar als christen. Dat kwam doordat de liberalen een publiek domein hadden geschapen dat zij neutraal noemden. De school werd in die context een christelijke school. De secularisatie was een kans voor de christelijke religie om haar profiel te tonen.”
Verdeeldheid
Kuyper leerde de Nederlandse samenleving leven met levensbeschouwelijke verdeeldheid, meent prof. Harink, die aangaf dat de geweldenaar niet alleen voor zichzelf een christelijke politieke partij oprichtte. „Hij bepleitte dat ook burgers met een andere wereldbeschouwing dan de zijne toegang tot de politiek zouden krijgen. Kuyper steunde de komst van de socialisten in de Tweede Kamer. De illusie van de eenheid verdween. De vrije uiting van meningsverschillen ging de politiek beheersen.”
Prof. Harinck noemt artikel 23 van de Grondwet, over de vrijheid van onderwijs, fameus. „Al heeft Kuyper in die tekst alleen indirect de hand gehad. De openbare school had in de praktijk geleid tot voorrang voor het liberalisme. Vrijheid van onderwijs zou wat Kuyper betreft tot louter vrije scholen moeten leiden, gesticht door burgers op hun levensbeschouwelijke grondslag en zonder onderscheid op gelijke voet gefinancierd door de overheid. Feitelijk heeft die visie anarchie voorkomen. Doordat de overheid de vrijheid van richting financierde, kreeg zij juist meer controle op de onderwijsrichtingen.”
De hoogleraar bracht ook het islamitische Haga Lyceum in Amsterdam, dat de laatste tijd in het nieuws is, ter sprake. Volgens hem zou Kuyper vanwege zijn opvatting van een vrije samenleving geen wettelijk stokje steken voor de stichting van zo’n school. „De vrijheid geldt ook meningen die de meerderheid onwelgevallig zijn.”
Het eigenlijke probleem voor het Kuyperiaanse vrijheidsperspectief is volgens prof. Harinck „niet de al dan niet radicale opvattingen op het Haga Lyceum, maar het feit dat islamitisch onderwijs moet functioneren in een systeem van scheiding van kerk en staat dat de islam als zodanig niet kent.”
Magazine
De bijeenkomst aan de VU was mede georganiseerd door magazine Het Goede Leven, een landelijke uitgave van het Friesch Dagblad. Voorafgaand aan de lezing van prof. Harinck overhandigde uitgever Ruth Peetoom van het Friesch Dagblad. het eerste exemplaar van het magazine aan prof. dr. Vinod Subramaniam, rector-magnificus van de VU.