Niet kerkscheidend
Ds. A. D. Fokkema (Kerkwerve): „Er wordt over een breuk gesproken. Wie zou daar verantwoordelijk voor zijn?” Volgens hem kiest het minderheidsrapport in feite voor de derde oplossingsrichting: een gemeente die wil afwijken van een CGK-besluit moet dit kenbaar maken aan de classis. Daarna zal de classis bij stemming laten weten of de gemeente met haar afwijkende praktijk al dan niet „aanvaard” kan blijven.
Ds. G. J. H Vogel (Dordrecht-Zuid) wijst erop dat de kerk altijd bezig is met het verstaan van de Schrift. „Daarover moeten we met elkaar in gesprek, maar dat hoeft niet kerkscheidend te zijn.” Hij vindt dat de meerderheid van de commissie moet onderbouwen dat het Schriftgezag in het geding is.” Er is volgens hem geen sprake van een „nieuwe hermeneutiek. We zijn niet gezwicht voor de tijdgeest maar proberen het Evangelie te verstaan.”
Hij verwijst naar de „zegen” die buitenlandse zusterkerken ervaren. Zo kent de Gereja Toraja Mamasa (Torajakerken) in Indonesië vrouwelijke ambtsdragers. „Hoe kunt u zeggen dat er geen zegen rust op de weg die we gaan? Waarom kunt u de verschillende visies op de doop wel dragen en die over de vrouw in het ambt niet?”