Geen ophokplicht voor pluimvee
Minister Carola Schouten van Landbouw ziet nog geen reden om een ophokplicht voor pluimvee in te stellen. Dat schrijft de bewindsvrouw donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De Nederlandse pluimveesector vroeg vorige week om een ophokplicht als voorzorgmaatregel om de insleep van vogelgriep te voorkomen. De hoogpathogene (zeer besmettelijke) variant H5N8 van die virusziekte waart sinds eind december in het midden en oosten van Europa rond. Als die zou overslaan naar Nederland, vreest de pluimveehouderij grote economische schade.
Schouten heeft deze week de zogeheten deskundigengroep dierziekten gevraagd om het risico voor Nederland te beoordelen. Volgens de deskundigen is het niet waarschijnlijk dat er in Nederland nu besmette wilde vogels zijn, die de ziekte zouden kunnen overbrengen.
Sinds de herfst zijn er meer dan 2500 levende wilde vogels in Nederland onderzocht. Geen van de vogels bleek besmet met vogelgriep. Ook gevonden dode vogels waren vrij van de ziekte, schrijft Schouten.
Volgens de minister is de najaarstrek van wilde watervogels uit Noordoost-Europa naar het zuidwesten voorbij. Alleen bij streng winterweer zou zich nog een zogeheten vorsttrek naar het westen kunnen voordoen. „De komende twee weken wordt geen omslag in het weer verwacht”, schrijft Schouten. Daarmee is de vogelgriepsituatie „op dit moment” nog niet dreigend voor Nederland. „Een ophokplicht is een ingrijpende preventieve maatregel met consequenties voor dierenwelzijn, die ik daarom nog niet gerechtvaardigd acht.”
Als het weer verandert en er kans is op vorsttrek, gaat de minister extra onderzoek doen naar mogelijke besmetting van wilde vogels. Als er uitbraken dichter bij Nederland komen, zal ze de deskundigen opnieuw bij elkaar roepen.
Bij een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep is Nederland volgens Europese wetgeving verplicht pluimvee als kippen, eenden en kalkoenen op het besmette bedrijf en op boerderijen in de omgeving ervan te ruimen.
De meeste kippen in Nederland worden in dichte stallen gehouden. Sommige bedrijven hebben een uitloop voor de dieren. De eieren van deze kippen brengen een hogere prijs op. Bij een ophokplicht mogen deze vrijeuitloopeieren nog maximaal zestien weken onder dat label worden verkocht, daarna kunnen ze alleen als reguliere eieren –die eenmerkelijk minder opbrengen– op de markt worden gebracht.