Zuid-Afrika moet munt slaan uit groene brandstoffen
Zuid-Afrika moet serieus nadenken over een verschuiving in zijn energiepolitiek. Het kan een belangrijke producent van groene brandstoffen worden.
De belangrijkste uitvoerproducten van het land (steenkool en platinum) wacht een flinke terugval. De omschakeling van diesel- en benzinevoertuigen naar elektrische verloopt namelijk steeds sneller. En twee derde van de vraag naar platinum komt van brandstofmotoren.
Een tweede belangrijke reden is de verschuiving van steenkool naar hernieuwbare bronnen voor elektriciteit. Zuid-Afrika staat nu op de tiende plaats wat betreft CO2-uitstoot. In Mpumalanga leidt dat tot enorme milieuvervuiling. Daar heeft staatsbedrijf Eskom steenkoolcentrales en staat ook een kool-naar-brandstoffabriek van Sasol. Samen zijn ze goed voor ruim de helft van Zuid-Afrika’s uitstoot van broeikasgassen.
Het land moet daarom het grote potentieel aan zonne- en windenergie gaan exploiteren, gecombineerd met technologieën als ”Fischer-Tropsch”. Deze technologie werd na 1950 geïntroduceerd om minder afhankelijk te zijn van olie-import. Hierin wordt een mix van koolstofmonoxide en waterstof (geproduceerd door steenkool te verhitten tot gasvorming) omgezet in vloeibare brandstof. Sasol is wereldleider wat betreft deze technologie.
Het land kan zonne- en windenergie gebruiken om waterstof te maken via ”hydrolyse”. Deze technologie is echter nog te duur, terwijl een goedkope en betrouwbare bron van waterstof essentieel is voor de productie van groene brandstoffen. Gelukkig hebben doorbraken op het vlak van brandstofcellen grootschalige waterstofproductie goedkoper en toegankelijker gemaakt. En als waterstof gemaakt wordt op basis van hernieuwbare energie, geldt het als een ”groene” brandstof.
Groene waterstof kan vervolgens gecombineerd worden met koolstof (uit gas of uit de lucht) om vloeibare brandstoffen en andere petrochemische stoffen te maken, met behulp van de Fischer-Tropsch-technologie. Een mogelijke innovatie, waarbij Zuid-Afrika een primaire rol kan spelen, is de combinatie van groene koolstof en groene waterstof voor het maken van vloeibare brandstoffen. Dat zou ook aanzienlijke exportmogelijkheden kunnen opleveren.
Vliegtuigbrandstof
Een groene brandstof met een enorm potentieel is vliegtuigbrandstof. De luchtvaart is namelijk verantwoordelijk voor 2,5 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Die dreigt tussen nu en 2050 te verdrievoudigen.
Fossiele brandstoffen kunnen volledig vervangen worden door groene vloeibare brandstoffen, geproduceerd op basis van groene waterstof en CO2 die uit de atmosfeer gehaald wordt. Ook de markt voor groene vliegtuigbrandstof is een kans voor Zuid-Afrika.
Helaas zijn Zuid-Afrikaanse publiek gefinancierde inspanningen rond onderzoek en ontwikkeling nu vooral gericht op het gebrúik van waterstof, minder op het proces om waterstof te producéren. Internationaal zijn er al verschillende testinstallaties werkzaam of gepland. Maar die hebben niet Zuid-Afrika’s voordeel op het vlak van zonne- en windenergie. Ook missen ze ervaring met de Fischer-Tropsch-technologie.
Zuid-Afrika heeft dus cruciale mogelijkheden om een dreigend gat in de export op te vullen en tegelijk zijn uitstoot terug te dringen. Maar zullen de regering en Sasol daarvoor de noodzakelijke stappen nemen? Met het oog op onder meer het potentieel aan lokale werkgelegenheid, de vermindering van de uitstoot en de broodnodige buitenlandse valuta lijkt dat logisch.
David Richard Walwyn is hoogleraar Technologiebeheer aan de University of Pretoria, Rod Crompton adjunct-hoogleraar aan de University of the Witwatersrand. Bron: IPS/The Conversation