„Forse krimp veestapel levert geld op”
Duurzaam gaan boeren en de veestapel fors inkrimpen, levert winst op. Dat concludeert onderzoeksbureau Ecorys.
Het gerenommeerde instituut deed onderzoek in opdracht van Greenpeace. De milieuorganisatie presenteerde de uitkomst dinsdag in Den Haag.
Greenpeace wilde weten hoeveel het de Nederlandse maatschappij kost om de veehouderij „op een sociaal verantwoorde wijze” om te laten schakelen naar ecologische kringloop. Ook zou het de stikstofproblematiek moeten aanpakken en tegemoetkomen aan de „opgaven rond klimaat.”
Ecorys bedacht drie toekomstscenario’s die uitgaan van een periode van twintig jaar, en waarbij de maatschappelijke kosten en baten worden gewogen. In de meest vergaande variant krimpt de veestapel met 73 procent en wordt de overgebleven productie volledig biologisch.
De opbrengsten daarvan zijn volgens Ecorys 1,35 miljard euro per jaar hoger dan de maatschappelijke kosten. Daaronder vallen zaken als het beëindigen van bedrijven, het verlies aan arbeidsplaatsen en het doen van investeringen in natuurherstel. Baten zijn onder meer winst op terreinen als natuur, klimaat en gezondheid.
Maar ook een minder rigoureus scenario, waarin 45 procent van de veestapel verdwijnt en de rest van de veehouderij zonder „wezenlijke verandering” verdergaat, zou geld opleveren.
Volgens Joris Thijssen, directeur van Greenpeace, was een van de aannames in de studie dat er minder dieren moeten komen, maar dat dit op een eerlijke manier moet gebeuren. „Boeren moeten netjes worden gecompenseerd voor de reductie van de veestapel die nodig is”, zei hij bij de presentatie van het rapport. Thijssen schoof de voorkeur van zijn organisatie niet onder stoelen of banken. „Het meest vergaande scenario is het Greenpeace-scenario.”
Volgens de voorman van de organisatie is „ons landbouwsysteem op een heleboel manieren failliet.” Ook stelde hij dat 22 tot 44 procent van de boeren onder de armoedegrens leeft.
Uitgangspunt van de studie is dat de stikstofreductie over alle betreffende sectoren moet worden verdeeld, aldus Thijssen. Het rapport stelt dat 68 procent van de stikstofneerslag uit de landbouw komt.
„Een probleem oplossen door de sector te halveren is geen verduurzaming, dat is verspilling van kennis, innovatie en ambitie”, stelt belangenorganisatie LTO Nederland in een reactie.