„Nooit discussie over noodzaak spoorlijn”
In de hele behandeling van de Betuweroute is nooit een eerlijke discussie gevoerd over de noodzaak van de goederenspoorlijn. Bij het kabinet, en in zijn gevolg bij de regeringsfracties, stond altijd vast dat de goederenspoorlijn er moest komen. Een open en reële afweging van alternatieven heeft niet plaatsgevonden.
Dat zei voormalig SGP-kamerlid Van den Berg vrijdag in zijn verhoor door de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI).
Tegengas leveren werd door het kabinet niet op prijs gesteld, herinnerde Van den Berg zich. Kamerleden moesten zich bewust zijn van het strategische belang van de Betuweroute. „Als je daar niet in meeging, werd gedaan alsof je achterliep, alsof je geen visionair was.” Nooit kreeg hij bovendien van het kabinet een duidelijk antwoord op de vraag waarom de binnenvaart niet als alternatief was onderzocht.
De SGP’er adviseerde de TCI dat de Kamer voortaan eerst moet vaststellen waarom ze een groot project wil. Pas daarna komt de vraag hoe dat project dan moet worden uitgevoerd. „Bij de Betuweroute is dat veel te veel door elkaar gelopen.” Mr. R. Bekker, voormalig onderzoeker bij Twynstra Gudde, bevestigde in zijn verhoor het beeld dat Van den Berg voor de commissie schetste. „De initiatieffase van de Betuweroute is nooit afgerond. Er is geen politiek beslismoment geweest.”
Ex-PvdA-kamerlid Feenstra deed voor de TCI uit de doeken dat de coalitiepartijen voor een belangrijk debat over de Betuweroute al met de betrokken ministers hadden gesproken over de uitkomst daarvan. Zijn collega Blaauw, oud-kamerlid voor de VVD, verhaalde voor de TCI over zijn ervaringen met coalitiepolitiek. Blaauws partijgenoot Hermans deed in 1995 onderzoek naar de Betuweroute. De conclusie van dat onderzoek was dat de aanleg van de Betuweroute zinvol was. De VVD, die toen in de regering zat, kon eigenlijk niet tegen de spoorlijn zijn. Hermans had zich gebonden aan het regeerakkoord en VVD-minister Jorritsma gaf leiding aan Verkeer en Waterstaat. Bovendien hadden CDA en PvdA, voorstanders van de Betuweroute, samen een kamermeerderheid. „In zo’n politieke situatie moet je je knopen tellen”, aldus Blaauw.
De TCI zet zijn werk volgende week voort. Dan verhoort de commissie onder anderen minister Zalm van Financiën, oud-ChristenUnie-kamerlid Stellingwerf, ex-premier Kok en zijn gewezen ministers Jorritsma en De Boer.