„Christelijke organisatie zorg blijft geld krijgen”
Identiteitsgebonden en landelijk werkende welzijnsinstellingen, zoals de VBOK en christelijke thuiszorgorganisaties, hoeven niet bang te zijn dat de rijksoverheid de subsidiekraan vanaf 2006 dichtdraait.
Dat zegde A. Moerkamp, topambtenaar op het ministerie van Volksgezondheid die zich bezighoudt met de opstelling van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), vrijdag toe op een SGP-congres in Gouda.
Staatssecretaris Ross van VWS wil over anderhalf jaar de thuiszorg, het welzijnswerk en de voorzieningen voor mensen met een handicap onderbrengen in de WMO. De gemeenten krijgen een regierol bij de uitvoering van de wet en dus ook bij de verdeling van het geld.
Doordat in de nieuwe situatie niet langer het Rijk, maar de gemeenten besluiten hoe ze voor hun inwoners zorg en welzijn regelen, zijn veel organisaties bang dat ze (een deel van) hun geldstroom verliezen.
Moerkamp stelde vrijdag dat het doel van de WMO niet is „om via een homeopathische manier van geldverdunning” van Rijk naar gemeenten identiteitsgebonden en landelijk werkende welzijninstellingen de nek om te draaien. „Het doel van deze instellingen moet zekergesteld worden”, aldus de topambtenaar. Concreet denkt hij aan een bepaling in de wet dat gemeenten hun inwoners een zekere vrijheid geven bij de keuze van een zorginstelling.
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies zei in een toespraak van de filosofie van de WMO zijn partij aanspreekt. Eén van de doelen is dat de mensen zelf oplossingen bedenken voor de problemen die ze hebben, bijvoorbeeld door een beroep te doen op hun familie, hun kennissen en hun kerkelijke gemeente. „Burgers ruimte geven voor eigen verantwoordelijkheid is een prima streven.”
De staatkundig gereformeerde voorman stelde wel een aantal voorwaarden aan zijn steun. Allereerst moet er voor degenen die geen beroep kunnen doen op mantelzorg, wel professionele hulp beschikbaar zijn. Verder mogen er tussen gemeenten niet al te grote verschillen ontstaan. Ook mag de operatie geen verkapte bezuiniging zijn. Tot slot wil Van der Vlies het voortbestaan van landelijk werkende en identiteitsgebonden instellingen wettelijk verankeren.
Aan die laatste voorwaarde heeft Moerkamp met zijn toezegging in grote lijnen voldaan.