OM eist 22 jaar voor liquidatie in Molenschot
Het Openbaar Ministerie heeft donderdag voor het gerechtshof in Den Bosch in hoger beroep 22 jaar cel geëist tegen de 45-jarige Sooi de C., wegens de moord op Hugo van Houten (27). Diens dood op 17 augustus 2015, in het Brabantse Molenschot, was „een kille, berekenende en vooral laffe liquidatie”, zo omschreef het OM het misdrijf.
Van Houten werd meermalen in de rug geschoten en, toen hij op de grond lag, tweemaal door het hoofd. De C. ontkent. Hij heeft in hoger beroep een alternatief scenario op tafel gelegd, waarin hij de moord toeschrijft aan een persoon die hij niet bij naam wil noemen, omdat dat levensgevaarlijk zou zijn. In het proces bij het Bossche hof werd deze onbekende aangeduid als „X”.
„Een onzinverhaal”, meent het OM. Ook vindt het OM het heel merkwaardig dat De C. pas nu, na jaren, met deze lezing op de proppen komt. Naar het motief voor het grove geweld blijft het volgens justitie „gissen”. Dat geldt evenzeer voor het antwoord op de vraag of er meerdere personen bij de moord betrokken zouden kunnen zijn, aldus de aanklager.
Van Houten en De C. waren tot in 2015 beiden lid van motorclub No Surrender. Volgens zijn advocaat zat De C. destijds „tot aan zijn knieën in de synthetische drugs”. De Tilburger werd in 2016 opgespoord en aangehouden in Roemenië. Naar eigen zeggen was hij naar dat land geëmigreerd.
Verdachte De C. heeft lang gezwegen. De rechtbank veroordeelde hem tot achttien jaar. In hoger beroep, aangetekend door zowel de verdachte als het OM, verklaarde hij dat hij getuige is geweest van de liquidatie van Van Houten, maar dat hij er geen enkele rol in heeft gespeeld. Integendeel, hij heeft gerend voor zijn leven, voor slachtoffer Van Houten uit.
De C.’s advocaat betoogde dat er wél redenen zijn om de alternatieve lezing van zijn cliënt te geloven. „Sooi is niet de schutter geweest”, aldus de raadsman.