Moordverdachte weigert naam te noemen van ‘echte dader’
De 45-jarige Sooi de C. weigert de naam te noemen van de persoon die volgens hem Hugo van Houten op 17 augustus 2015 in de Brabantse plaats Molenschot heeft doodgeschoten. De C. is door de rechtbank tot achttien jaar cel veroordeeld voor de moord.
Donderdag staat De C. in hoger beroep terecht voor het gerechtshof in Den Bosch. Het hof nodigde hem ettelijke malen en met klem uit de identiteit van ’X’, zoals de onbekende tijdens het proces werd aangeduid, te onthullen. Volgens De C. is dat te riskant, voor hemzelf en zijn familie. De rechters vroegen zich hardop af of de persoon ’X’ wel bestaat en wees hem erop dat het níet noemen van de naam het risico op opnieuw een veroordeling betekent.
Hugo van Houten (27) werd op de bewuste dag meerdere malen in zijn rug geschoten en, toen hij op de grond lag, tweemaal in het hoofd. De C. deed er jarenlang vooral het zwijgen toe, maar in hoger beroep heeft hij een alternatief scenario op tafel gelegd. Hij had op de dag van de moord een afspraak, aldus die verklaring, waarbij hij een gestolen auto zou afgeven, aan X. Bij die gelegenheid vond ook een ontmoeting plaats tussen X en Van Houten. Dat mondde uit in de dodelijke schietpartij. X verdween voorgoed uit het zicht. De C. verplaatste het lijk van Van Houten naar het struikgewas, omdat hij niet met het slachtoffer gezien wilde worden.
Dader en slachtoffer waren eerder in 2015 uit motorclub No Surrender gestapt. Beiden zouden ook te maken hebben gehad met een drugslab in België, waarvoor De C. ook is opgepakt en heeft vastgezeten. De C. werd in 2016 in Roemenië opgepakt voor de moord op Van Houten.
De C. tekende beroep aan tegen het vonnis van de rechtbank. Het Openbaar Ministerie, dat 25 jaar had geëist, deed dat ook. Donderdagmiddag maakt het OM de eis in hoger beroep bekend.