‘Nederlandse en Thaise zaak hebben gedeeltelijke overlap’
De strafzaak waarin de Tilburgse coffeeshophouder Johan van Laarhoven in Thailand is veroordeeld, heeft een gedeeltelijke overlap met de strafzaak in Nederland waarin hij de hoofdverdachte is. Volgens zijn advocaat Gerard Spong heeft dat te maken met een deal die eerder tussen de Nederlandse en Thaise autoriteiten is gesloten.
„Het Openbaar Ministerie verzond allerlei rechtshulpverzoeken naar Bangkok maar kreeg niet snel genoeg antwoord. Toen hebben ze een brandbrief gestuurd met het verzoek in Thailand een zaak tegen hem te openen.”
In de deal die daarna werd gesloten, kwamen de twee landen volgens Spong overeen dat het Nederlandse OM de witwaszaak zou doen „voor zover die voornamelijk in Europa had plaatsgevonden en het Thaise OM voor zover die in Thailand plaatshad”. Van Laarhoven had in het Zuidoost-Aziatische land vastgoed gekocht.
Spong benadrukt dat Van Laarhoven het geld voor die aankopen in Nederland had verdiend. „In Thailand kennen ze het gedoogbeleid niet, daar willen ze niets van weten. Daar zit de overlap tussen de twee zaken.”
Spong moest tijdens de strafzaak in 2015 zelfs aan de Thaise rechter uitleggen wat het gedoogbeleid inhoudt. „In Nederland worden de opbrengsten van coffeeshops juist niet als witwassen aangemerkt. Sterker, de Belastingdienst profiteert er flink van mee”, zei hij toen.
Van Laarhoven krijgt naar verwachting donderdag bij aankomst de dagvaarding voor de Nederlandse zaak. „De Nederlandse officier van justitie heeft veel moeite gedaan om hem in zijn Thaise cel een dagvaarding te overhandigen, maar dat is niet gelukt. Die dagvaarding krijgt hij vandaag, dan gaat de strafzaak hier tegen hem lopen. We gaan alle rechtsmiddelen inzetten om te voorkomen dat hij in voorlopige hechtenis wordt geplaatst.”
Van Laarhoven wordt hier verdacht van witwassen, belastingontduiking en deelname aan een criminele organisatie.