‘Meer woningen en minder concurrentie voor thuiszorg ouderen’
De zorg voor thuiswonende ouderen staat onder druk en er moeten flinke stappen worden genomen om deze zorg op peil te houden. Door meer woningen te bouwen en verbouwen, maar ook door ouderen bijvoorbeeld meer gebruik te laten maken van digitale technieken. En gezien de beperkte financiële middelen en de krappe arbeidsmarkt moet samenwerking de prioriteit krijgen boven keuzevrijheid en concurrentie.
Dat zijn de belangrijkste adviezen van een commissie onder leiding van oud-minister Wouter Bos, die sinds eind 2018 de zorg voor thuiswonende ouderen onder de loep nam. Veel van de verantwoordelijkheid in het rapport wordt bij de burger gelegd. „We wilden geen advies schrijven waar de euro’s vanaf druipen”, zei Bos in een toelichting. „De betaalbaarheid van de zorg is nu al een probleem.”
Het aantal ouderen dat zelfstandig woont, is sinds de jaren tachtig flink gestegen. In 1980 woonde 37 procent van de 80-plussers op zichzelf, inmiddels is dat 89 procent. Aangezien de bevolking de komende tien jaar verder veroudert, zal de druk op de zorg alleen maar toenemen, aldus de commissie.
De onderzoekers zien een aantal knelpunten. Zo is er het tekort aan zorgpersoneel, neemt de druk op mantelzorgers toe en is er een gat tussen ‘thuis’ en het ‘verpleeghuis’, dat is ontstaan door het verdwijnen van verzorgingshuizen.
Gemeenten en corporaties moeten meer doen om voldoende geschikte woningen te realiseren voor ouderen. „Op dit moment ontbreekt het daaraan”, schrijft de commissie.
De commissie hamert ook op het belang van het gebruik van digitale technologieën door ouderen, die digitaal steeds vaardiger worden. Daarmee kan niet alleen het zelfstandig wonen makkelijker worden, maar ook professionele zorg worden ondersteund. Mensen kunnen bijvoorbeeld onlineboodschappen doen, maar ook zelf bepaalde medische metingen uitvoeren.
Betrokken partijen werken niet altijd optimaal samen, concluderen de onderzoekers, „omdat de verhoudingen tussen partijen gebaseerd zijn op grondgedachte van onderlinge concurrentie”. Dat moet anders, vinden ze.
Een definitieve versie van het commissierapport moet voor de zomer klaar zijn.