Wereld verliest met Omaanse sultan Qaboos een vredestichter
Met de dood van sultan Qaboos bin Said al-Said verliest Oman een hervormer en de wereld een vredestichter.
Huilende mensen stonden zaterdag langs de Sultan Qaboos-snelweg in Muscat, de hoofdstad van Oman. Ze waren gekomen om de laatste eer te bewijzen aan hun vorst, die vrijdagavond op 79-jarige leeftijd overleed en in een militaire colonne van zijn woonpaleis naar zijn laatste rustplaats werd vervoerd.
Qaboos was al jarenlang ziek en had vermoedelijk darmkanker, al is dat nooit officieel bevestigd. De Omaanse bevolking speculeerde al weken over zijn aanstaande overlijden. Toen de staatstelevisie de dood van Qaboos zaterdagochtend bekendmaakte, was het land dan ook voorbereid. Nog dezelfde ochtend werd Qaboos, naar islamitisch gebruik, begraven onder massale uitingen van publieke rouw.
In tegenstelling tot de afgedwongen rouw- en steunbetuigingen in landen als Noord-Korea, is het verdriet in Oman oprecht. Sultan Qaboos wordt er al decennia beschouwd als de vader des vaderlands, zonder wie het redelijk welvarende en veilige Oman van vandaag niet mogelijk was geweest.
De sultan was de langstzittende machthebber in het Midden-Oosten: hij kwam aan de macht in 1970, toen hij met hulp van Britse militairen een coup tegen zijn vader Said bin Taimur beraamde. Die had Oman in een diep isolement gehouden.
Oman, dat in 1970 beschikte over niet meer dan tien kilometer geasfalteerde weg, twee basisscholen en twee ziekenhuisjes die door Amerikaanse zendelingen waren opgezet, onderging in enkele decennia een ongekende metamorfose. Onder Qaboos kwam er elektriciteit tot in de meest afgelegen bergdorpen en door het hele land verrezen asfaltwegen en moderne medische voorzieningen. Ook schafte Qaboos kort na zijn aantreden de slavernij af.
Tegelijk wist Qaboos met zijn moderniseringsgolf het eigen karakter van Oman min of meer te bewaren, waarbij hij afstand nam van de buren. Het sultanaat heeft nooit de Verenigde Arabische Emiraten willen navolgen, waar steden als Abu Dhabi en vooral Dubai wedijveren om architectonische records en waar het consumentisme wild om zich heen grijpt. Vergeleken met deze steden heeft de hoofdstad Muscat altijd een traditionele, zelfs wat slaperige uitstraling gehouden. Wel maakte Qaboos ruimte voor zijn als buitenissig beschouwde hobby: hij liet in Muscat het eerste operahuis van het Midden-Oosten bouwen dat beschikt over een gigantisch orgel. De sultan stond bekend als een uitgesproken liefhebber van orgelmuziek.
Het religieuze extremisme zoals dat tijdens zijn bewind in de hele regio de kop opstak, kreeg in Oman geen voet aan de grond. De sultan werd daarbij geholpen door de unieke bevolkingssamenstelling: de meeste Omani’s hangen het ibadisme aan. Dat is een weliswaar conservatieve, maar ook tamelijk tolerante vorm van islam. Onder Qaboos konden de buitenlandse christenen in het land eigen kerken bouwen op daarvoor aangewezen plaatsen, hoewel het problemen oplevert als Omani’s christen worden. Ook zending is verboden in het land.
Er was meer kritiek op het feit dat echte vrijheid in Oman ontbreekt. Qaboos was een kundig en wijs man, maar tegelijk een absolute alleenheerser.
De meest in het oog springende verdienste van de sultan is dat hij door zijn verzoenende en bemiddelende beleid oorlogen heeft weten te voorkomen. Zo is Oman het enige land waar de kemphanen Iran en de Verenigde Staten elkaar nog willen ontmoeten. Dat maakte hem ook internationaal tot een graag gezien vorst.