Economie

Kerncentrales België mogelijk niet dicht

De Belgische minister van Economische Zaken, Verwilghen, overweegt de sluiting van de zeven binnenlandse kerncentrales ongedaan te maken. Verwilghen liet donderdag via diverse Belgische media weten anders te vrezen voor grote tekorten in de elektriciteitsvoorziening vanaf 2015.

ANP
3 September 2004 11:27Gewijzigd op 14 November 2020 01:35

De liberale bewindsman heeft inmiddels een studie gelast om de gevolgen van de sluiting van kerncentrales nog eens goed in kaart te brengen.

De vorige regering-Verhofstadt, waar de groenen deel van uitmaakten, besloot twee jaar geleden de zeven Belgische kernreactors tussen 2015 en 2025 geleidelijk uit te schakelen. De vier reactors in het Vlaamse Doel bij Antwerpen en de drie reactors in het Waalse Tihange bij Luik voorzien nu nog in 60 procent van de totale behoefte aan elektriciteit in België.

De energiesector in België uitte eerder al grote kritiek op het besluit van de regering-Verhofstadt I. Deze had in de ogen van het bedrijfsleven veel te weinig nagedacht over alternatieven. België plant wel een groot windmolenpark in de Noordzee, ter hoogte van Knokke-Heist. Volgens de elektriciteitsproducenten kan deze vorm van groene stroom nooit de hele productie van kerncentrales vervangen.

Verwilghen, die in juli aantrad als bewindsman op Economische Zaken en Energiebeleid na een uitgebreide stoelendans in de paarse regering-Verhofstadt II, heeft vooralsnog geen openlijke steun gekregen van zijn premier voor een herziening van het besluit om de kerncentrales stil te leggen. Aangezien hij een partijgenoot van premier Verhofstadt is, zien veel Belgische media de uitspraken van Verwilghen wel als een teken dat de Vlaamse liberalen het besluit willen herzien.

De Vlaamse socialistische milieuminister Tobback schoot de plannen van Verwilghen donderdag al meteen af. „Wij blijven achter de uitstap uit de kernenergie staan”, aldus de bewindsman. Ook de Vlaamse groenen, die na de kamerverkiezingen van vorig jaar al hun zetels verloren maar nog wel op regionaal niveau vertegenwoordigd zijn, hekelen het voorstel van Verwilghen.

Verwilghen was eerder minister van Ontwikkelingssamenwerking en Justitie. De meeste bekendheid kreeg als hij voorzitter van de speciale kamercommissie die in 1996 het falen van politie en justitie in de zaak-Dutroux onderzocht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer