Schade havenaffaire nog niet te overzien
De impact van de herrie in de haven is groot. Het schandaal rond Scholten treft niet alleen het havenbedrijf en de plaatselijk politiek, maar golft door tot in Den Haag. Sterker nog, in een globaal opererende maritieme markt van dit kaliber staan er direct wereldwijde belangen op het spel.
Scholten staat op straat. De raad van commissarissen van het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) heeft het vertrouwen in de havendirecteur opgezegd. Maandag werd duidelijk dat hij de achterliggende maanden -op persoonlijke titel- in totaal 100 miljoen euro aan garanties heeft verstrekt aan de RDM.
De havendirecteur achtte het niet nodig om de direct verantwoordelijk wethouder op de hoogte te stellen van zijn eigenmachtig verstrekte transacties. Scholten heeft waarschijnlijk gedacht dat het wel los zou lopen met de risico’s. De zaak kwam echter aan het rollen toen verschillende RDM-bedrijven failliet gingen en de nerveus geworden Duitse Commerzbank en het Britse Barclay hun geld opeisten. De raad van commissarissen van het begin dit jaar verzelfstandigde havenbedrijf restte niets anders dan Scholten de laan uit te sturen.
De havendirecteur is met zijn optreden over de schreef gegaan. Het is mogelijk dat Scholten de garanties van 100 miljoen in kleine porties heeft verdeeld om binnen zijn bevoegdheden te blijven, zoals RDM-topman Joep van den Nieuwenhuyzen beweert. Ook al zou hij daarmee niet de letter van de wet hebben overtreden, dan toch zeker wel de geest van zijn mandaat.
De havendirecteur heeft in ieder geval dankbaar gebruik cq. misbruik gemaakt van deze ruime bevoegdheden. Zeker nadat oud-havenwethouder Simons het mandaat -met een steekhoudende motivatie- nog verder heeft opgerekt. Een directeur van de grootste haven ter wereld moet niet om elk wissewasje politieke goedkeuring behoeven te vragen, mits hij gewetensvol met zijn vrijheden weet om te gaan.
De macht en de invloed van de havendirecteur waren groot. Veertien jaar lang heeft Scholten gewerkt onder vijf elkaar soms snel opvolgende wethouders. Door zijn grote maritieme kennis en ervaring stak hij met kop en schouders boven zijn politieke bazen uit. Gevoegd bij een toenemend solistisch optreden is de voedingsbodem voor een fors probleem gelegd.
Beide punten, voorsprong door ervaring en solistisch optreden, hadden zijn toezichthouders extra alert moeten maken. De vraag is in hoeverre het toezicht vanuit college en gemeenteraad heeft gefunctioneerd. Een prima vraagstelling voor een gemeentelijk onderzoek, dat nota bene door havenwethouder Van Sluis -een hoofdrolspeler- zelf wordt geleid.
De schade door de schandalen is groot. Schade voor de haven, voor de plaatselijke politiek, voor de maritieme markt. Van Sluis noemde maandag een bedrag van 1,5 miljard euro. Niemand zal het ooit exact weten.
Hoe groot de financiële schade uiteindelijk is, zal vooral afhangen van de vraag wat de waarde is van de extra onderpanden die Joep van den Nieuwenhuyzen het HbR heeft gegeven: het stoomschip Rotterdam, een datahotel ”Collocation Center” in Frankfurt en het (door het havenbedrijf overgenomen) RDM Technology. Tussen de 96 miljoen en 200 miljoen euro, verklaarde Van den Nieuwenhuyzen dinsdag geruststellend.
Bij de uitspraak zijn grote vraagtekens te plaatsen. Het stoomschip, gekocht met een lening van 5 miljoen van het havenbedrijf, is feitelijk al in handen van de gemeente. Het vroegere vlaggenschip van de Holland Amerika Lijn zit bovendien nog vol asbest, waardoor de schrootwaarde wel eens onder de 5 miljoen euro zou kunnen liggen. Het datahotel ”Collocation Center” in Frankfurt, dat alle dataverkeer van de Duitse beurs verzorgt, zou 40 miljoen euro waard zijn.
Over de waarde van RDM Technology verschillen de meningen. De RDM-topman houdt het op 8 miljoen tot 10 miljoen euro. Sommige analisten komen echter niet verder dan 2 miljoen, sinds het wegvallen van de bouw van het pantservoertuig Fennek.
Hiermee is op dit moment niet bij benadering te zeggen hoeveel belastinggeld in de haven van Rotterdam is weggespoeld. Elke euro is er echter een te veel.