Opinie

Kunnen we aan de schepping universele principes ontlenen?

Zijn er in de schepping vaste, objectieve ordeningen en regels die evident zijn, los van de vraag of iemand gelooft of niet gelooft?

W. H. Th. Moehn
10 January 2020 08:50Gewijzigd op 16 November 2020 17:55
Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) moet voor de zomer in kaart brengen welke knelpunten een vlotte invoering van het juridisch meerouderschap na de verkiezingen nog in de weg staan. beeld ANP, Sem van der Wal
Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) moet voor de zomer in kaart brengen welke knelpunten een vlotte invoering van het juridisch meerouderschap na de verkiezingen nog in de weg staan. beeld ANP, Sem van der Wal

Ontwikkelingen in onze samenleving dagen ons steeds weer uit om na te denken over de beslissingen die we moeten nemen. Neem nu de taak waar minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) zich voor gesteld ziet. Voor de zomer moet hij in kaart brengen welke knelpunten een vlotte invoering van het juridisch meerouderschap na de verkiezingen nog in de weg staan. Vlak voor de zomer van 2019 formuleerde het kabinet zijn beleidsreactie op het eind 2016 verschenen rapport van de Staatscommissie Herijking ouderschap. Daarin worden regelingen voor meerouderschap en draagmoederschap aanbevolen, omdat de tijd daar inmiddels rijp voor zou zijn.

Bij de vele vragen botsen we telkens op de vraag hoe Gods spreken in het heden gehoord moet worden, en hoe we de aanwijzingen en bepalingen in de Bijbel moeten vertalen naar een christelijk leven in een seculiere samenleving. In het klassieke huwelijksformulier horen we nog iets terug van een ”objectieve ordening”, wanneer tegen het bruidspaar gezegd wordt: „Hoort uit het Woord van God, hoe eervol de huwelijke staat is, en dat deze een inzetting van God is, die Hem behaagt, waarom Hij ook de getrouwden wil zegenen en bijstaan, gelijk Hij beloofd heeft.” Kritische stemmen zeggen dan dat een beroep op een ordening die God in de natuur gelegd zou hebben een tijdgebonden vorm is.

Kan iemand die niet gelooft toch weet hebben van zo’n ordening? Voordat Calvijn in zijn ”Institutie” de Tien Geboden gaat uitleggen, stelt hij vast dat ”de innerlijke wet”, die bij alle mensen in het hart geschreven en als het ware ingedrukt is, ons dezelfde dingen voorschrijft als uit de twee tafels van de Wet te leren zijn (2.8.1).

Heel belangrijk in dit verband zijn de woorden van Paulus: „Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet. Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van” (Romeinen 2:14-15).

In een preek over Deuteronomium onderstreept Calvijn Gods goedheid: „Weliswaar zijn de mensen zeer verblind door de zonde van Adam, maar toch heeft God altijd enig onderscheidingsvermogen in hun hart overgelaten. Dit diende er toe dat zij zich niet zouden kunnen verontschuldigen, maar toch beoogde Hij ook het menselijke geslacht te bewaren en dat er enig onderscheid tussen de mensen en de wilde dieren zou zijn.” Met andere woorden: we mogen dagelijks dankbaar zijn dat we niet aan de chaos zijn prijsgegeven.

In het Nieuwe Testament zien we enerzijds dat de ordeningen niet radicaal ter zijde worden geschoven met het oog op het hemels Koninkrijk, anderzijds dat er ook ruimte is voor een relativering of zelfs doorkruising van de scheppingsordeningen. Jezus’ visie op de sabbat botst met die van de Farizeeën en Hij houdt de mensen voor dat de sabbat gemaakt is ter wille van de mens (Markus 2:27). Zelfs het huwelijk wordt gerelativeerd: degenen die uit de doden opstaan, trouwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven (Markus 12:25).

Wat betekent dit voor de vraag naar de ordeningen in de schepping? De ordeningen zijn er omwille van de weg die God met Zijn mensen gaat en kunnen niet zomaar ter zijde geschoven worden met een beroep op Gods Koninkrijk. Omdat de herschepping hoe dan ook met de schepping verbonden is, is er geen reden om ons te isoleren van de orde die in de schepping gegeven is. Alleen tot onze schade kunnen we Gods wijsheid die schittert in de werken van Zijn handen negeren. Laten we als pelgrims tussen schepping en voltooiing biddend onze weg zoeken, terwijl we niet vergeten te bidden voor degenen die nu geroepen zijn wetten te maken.

De auteur is bijzonder hoogleraar geschiedenis gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond aan de PThU in Amsterdam en predikant van de hervormde wijkgemeente Grote Kerk in Hilversum.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer